Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

[Jong, Joachim de]

JONG (Joachim de) of Junius, geb. uit een welgestelde familie te Dordrecht, verbleef bijna geheel zijn leven te Leuven, waar hij 7 of 8 Aug. 1630 overleed. Hij studeerde er de filosofie en theologie en behaalde den graad van baccalaureus. Gedurende 20 jaren was hij kapelaan in de St. Pieterskerk aldaar en genoot een kanunnikdij

[p. 868]

van het kapittel van Messines. Hij was een vertrouwd vriend van den bisschop van Antwerpen, Malderus, die zijn professor geweest was. Door de volgende werkjes is hij bekend gebleven: Aquarum Spandarum Gryphi, sive Anigmata; eorundemque Explicatio, profitiocentibus ad aquas Spadanas non minus utilis quam jucunda (Lovan., Joan. Christoph. Flavius, 1614); Malo de Re, sive Virtutis Eruditionisque Apparatus et praemium, auctore Joachimo Junio S.T.B.F. (Lov., Christoph. Flavius, 1614), lofdichten met zinspeling op de wapenspreuk van den bisschop Malderus; Den Hemelschen Heraut ghemaeckt door Heer ende M. Joachim de Jong (Leuven, Corn. Groenensteyn, 1629) gebedenboekje ter eere van O.L. Vrouw.

Zie: Paquot, Mémoires litt. IX, 433-434; Foppens, Bibl. Belg. I, 557.

Fruytier