[Houthem, Cornelius van]
HOUTHEM (Cornelius van), geb. te Tongelre of Nunen bij Eindhoven 23 Mei 1610, Norbertijn in de abdij te Tongerloo 24 Dec. 1634, overleed als pastoor te Hersselt, 4 Nov. 1663. 28 Maart 1634 kwam hij te Rome aan vergezeld van drie medebroeders om in het norbertijnsch college aldaar de godgeleerde studiën te voltooien. 18 September 1637 ontving hij te Rome de priesterwijding en keerde Sept. 1638 naar zijne abdij weder. Hij werd aangesteld tot lector der theologie in de abdij. Vier zijner studenten verdedigden onder zijn voorzitterschap 1641 Conclusiones theologicae, ex tractatu de virtutibus cardinalibus, gedrukt te Leuven. 1 Sept. 1644 verliet hij weder Tongerloo en kwam 27 Oct. in het norbertijnsch college te Rome aan, om als lector aldaar op te treden. Hij verkreeg den titel van doctor in de theologie en werd als president belast met het bestuur van het college, 1646-60. In Rome was hij tevens werkzaam om de pauselijke goedkeuring te verkrijgen voor de scheiding van goederen tusschen den abt en de abdij (Analectes hist. eccl. XXXIX (1913), 319, 378, 382). Uitgeput door werk en ziekte keerde hij naar het moederhuis weer en bestuurde korten tijd de parochie Hersselt.
Zie: Bijdragen gesch. Brabant XII (1913), 154; W. van Spilbeeck, Necrologium B.M.V. de Tongerloo (Tongerl. 1902), 224; L. Goovaerts, Ecrivains de l'ordre de Prémontré (Brux. 1901) I, 396.
Fruytier