[Hezius, Henricus]
HEZIUS (Henricus), priester, geb. in het land van Waas, begin der 17e eeuw, overleden te Gent 1 Juli 1676, had gestudeerd aan de universiteit te Leuven en den graad van licentiaat in de theologie behaald. Hij was pastoor-deken te Hulst, toen deze stad 5 Nov. 1645 door Prins Frederik Hendrik werd ingenomen. Ofschoon de Prins gehoopt had vrije uitoefening van den gosdienst te verkrijgen voor de stad en het ambacht, wilden de Staten dit niet toestaan. Den deken Hezius werd met alle priesters en kloosterlingen het verblijf in Hulst en Hulsterambacht ontzegd. Van over de naburige grens bestuurde hij zoo goed hij kon zijne parochie. Aldaar, voornamelijk te Clinge, kwamen zijne parochianen bijeen om de H. Mis bij te wonen en de sacramenten te ontvangen. 17 Juli 1648 schrijft de bisschop van Gent aan den deken Hezius om bij deze gelegenheden voorzichtig en in stilte te handelen. Hij vreesde dat anders de Protestanten vertoornd zouden worden en onder een of ander voorwendsel deze bijeenkomsten zouden beletten. 1652 werd Hezius benoemd tot kanunnik der kathedraal St. Baafs te Gent en daarna tot aartsdiaken, volgens van der Velde 1664, volgens Sanderus 22 Maart 1668.
Zie: Sanderus, Flandria illustrata (ed. 1732) 241; van der Velde, Synopsis monumentorum collectionis conciliorum (Gand. 1822), III, 789; Hellin, Histoire chronol. des évèques et du chap. de St. Bavon (Gand. 1770).
Fruytier