Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6
(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 759]
| |
bannen. 13 Juli1568 is hij in Engeland met een commissie van Oranje, om geld te verzamelen, en in najaar 1568 voegt hij zich bij de Watergeuzen. Hij blijft steeds in briefwisseling met den Prins, en is in voorjaar 1569 een der eerste Watergeuzen, die een kaperbrief ontvangen; in zomer 1569 is hij op de vloot van admiraal Dolhain in Engeland, en blijft daar eenigen tijd wegens schulden gevangen. Begin Sept. 1569 is Hembyze een der hoofden van de Watergeuzen in Engeland, is vice-admiraal en kapitein van het schip ‘Het Vliegende Hert’. 9 Sept. 1569 verlaat hij de Theems, komt 16 Sept. 1569 voor het Vlie, en is feitelijk de admiraal, omdat Dolhain alles aan hem overlaat. 30 Sept. 1569 komt hij met de vloot voor de Eems, begin Dec. 1569 rooft hij op de Eems goederen van munstersche burgers, op verzoek van deze stad vraagt graaf Johan van Oost-Friesland teruggave. Begin Juli 1570 stelt Hembyze met notaris Frans Volkertsz. Coornhert in Emden een onderzoek in naar de zaken van Dolhain; hij verwijt den admiraal zijn verkwistingen. In Oct. 1570 werd hij in Embden betrapt, toen hij in het geheim een schip uitrustte. Daar men niet kon bewijzen, dat hij roofplannen had moest hij alleen beloven geen wapenen met zijn schip uit Embden te voeren. In Nov. 1570 wordt zijn schip in Emden in beslag genomen, waarop Oranje een minnelijke schikking aanraadt. In Jan. 1571 rooft hij op de Maas twee barken en zeilt met de buit naar Dover. De spaansche gezant laat er beslag op leggen en den roof van boord weg halen; in Mrt. 1571 komt zijn naam voor onder de kapiteins der Watergeuzen. Hij zit in Mrt. 1571 wegens schuld weer korten tijd in Londen gevangen; 10 Apr. 1571 vraagt de spaansche gezant om Hembyze te straffen wegens roof. Zomer 1571 is hij weer vrij, en op de vloot. 1 Apr. 1572 wordt hij niet genoemd onder de innemers van den Briel, maar hij was daar zoo goed als zeker. In zomer 1572 wordt zijn schip bij de vlaamsche kust door de Spanjaarden aangevallen. Om dezen niet in handen te vallen sprong Hembyze in zee en verdronk. Zie: te Water, Verbond der Edelen I, 267; van Vloten, Nederl. Volksopst. (1858) I, 325; van Someren, Corr. de J. de Wesenbeke, 40-157; Wagenaar, VI, 308; Altmeyer, Gueux de Mer, 20; Calendar of State Papers, Spanish Papers, 1568-79, 190; Franz, Ostfriesland und die Niederl. 106, 114, 131; Biogr. nat. de Belgique, IX, 463; Kervyn, Relations Politiques, VI, 38-106; Blok, De Watergeuzen in Engeland, 251; Hessels, Ecclesiae Londino-Batavae arch. II, 296; Comm. Roy. d'Hist. 3e serie VIII, 325; Defensionales, 151; Hagedorn, Ostf. Handel, 274, 280. Vogels |
|