[Heilbron, Joseph ben David]
HEILBRON (Joseph ben David), haagsch joodsch geleerde in de tweede helft der 18de eeuw, overleden 11 Nov. 1771, afkomstig uit Eschwege. Hij was in 1753 en 1762 buisonderwijzer van de familie Kann te Frankfort a/M. geweest, welk geslacht in familierelatie tot de haagsche familie Boas stond; tijdens zijn haagsch verblijf was hij ten huize van Tobius Boas gehuisvest. Hij schreef een masoretisch werk (Amsterdam 1765), voorzien van de approbatiën van de haagsche, amsterdamsche en londensche opperrabbijnen der hoogduitsche gemeenten. De frankfortsche arts Worms beschuldigde hem nu openlijk van plagiaat van zijn soortgelijk werk (Frankfort a/M. 1776), waarvan hij het hs. vóór de uitgave in handen zou hebben gehad. In een vlugschrift trachtte Heilbron de beschuldiging te weerleggen (1776), waarop de zoon van Dr. Worms in een pamflet weder van repliek diende (1776). Heilbron bracht zijn later leven in Amsterdam door, waar hij in 1771 overleed en nog een gedicht in het ethische werkje van Jehuda Horowitz uitgaf (1766). Zijn zoon
Auteursrecht onbekend