[Hardenbroek, Johan Louis van]
HARDENBROEK (Johan Louis van), geb. te Neerlangbroek, huize ‘Hinderstein’, 5 Febr. 1691, overl. 22 of 23 April 1747, zoon van Gijsbert Johan (zie kol. 702) en van Anna Maria van Marlot.
Hij was heer van Vliet (beleend 28 Aug. 1733) en werd wegens zijn huis Vliet in de ridderschap van Utrecht beschreven 1 Dec. 1734. Hij was kapiteinter-zee, lid der Staten-Generaal, gecomm. wegens Utr. in de Generalit.-Rekenkamer (welk ambt hij in 1742 aan zijn zoon overdroeg), en werd 8 Febr. 1740 wegens Utrecht gecomm. raad ter Admiraliteit van Amsterdam. Hij stierf nagenoeg insolvent, zoodat hij nauwelijks volgens zijn stand kon begraven worden en ligt met 4 kwartieren in de Catharinakerk te Utrecht begraven. Zijn huis Vliet werd aan den heer van Panhuys verkocht.
Hij huwde eerst te Utrecht 29 Maart 1718 met Johanna Charlotte van Renesse, overl. in haar huis op de Nieuwe Gracht bij de Wittevrouwenbrug 13 Aug. 1723, oud zijnde 27 jaar, begr. in de Catharinakerk, dochter van Johan Adolph, heer van Lockhorst, Ammers, 's Heeraertsberg en Bergambacht, en van Adriana de Casembroot. Daarna hertrouwde hij 20 Oct. 1726 met Adriana Alida Pompe van Meerdervoort, geb. te Dordrecht 17 Febr. 1705, overl. 7 Aug. 1763. begr. in de Catharinakerk, dochter van Jacob en van Barbara Thiens (of Thiems).
Uit het eerste huwelijk sproten twee zoons: Gijsbert Jan (zie dl. IV, kol. 709), aan de Bilt gedoopt 11 Jan. 1720, en Johan Adolph, die hier voorgaat; uit het tweede huwelijk zes kinderen, waarvan alléén Maria Louisa tot een huwelijk schijnt te zijn gekomen. Zij is 31 Mei 1772 in de Gr. K. te 's Gravenhage gehuwd met François Jean von Motzfeldt, kleefsch geheimraad, en overleed te Kleef in 1781.
Zijn door een onbekend kunstenaar geschilderd portret is op huize Hardenbroek bij Doorn.
Zie: Alg. Ned. Familiebl. I, 104, 4b, XVI, 445; Geneal. Herald. Bladen III, 10, 11; Ned. Adelsboek, 1914, 105.
Regt