[Hardenbroek, Joachim van]
HARDENBROEK (Joachim van), geb. omstr. 1565, overl. te 's Gravenhage 13 Aug. 1605, zoon van Gijsbert (5) en van Wilhelmina van Heumen.
Hij was nog minderjarig, toen hij 13 Nov. 1577, bij den dood zijns vaders met Hardenbroek werd beleend. Ook nog 12 Jan. 1585. Den 14. Febr. 1599 werd door de Staten van Utrecht voor hem een gedeelte van Neerlangbroek verheven tot dagelijksche heerlijkheid Hardenbroek. Hij werd met zijn huis Hardenbroek 15 Juni 1597 in de ridderschap van Utrecht beschreven, werd ridder van de Duitsche Orde, Balye van Utrecht, lid der Stat. Generaal en van den Raad van State.
In 1603 kocht hij met Pieter Sterlincx van Cornelis van Blijenburch diens ‘huysinge, boomgaert ende landerien’ ten zuiden van de Boschpoort te 's Gravenhage. Zij verkochten de woning en den boomgaard aan Mr. Reinout v. Brederode, doch behielden de landerijen om ze als bouwgrond te exploiteeren. Op die gronden deden zij een paar straten aanleggen, die onder de namen Sterlingstraat (thans Casuaristraat) en Blijenburch bekend bleven.
Hij huwde 24 Aug. 1592 met Johanna van Heerjansdam, vrouwe van Heerjansdam, overluid te Utrecht 8 Mei 1637, dochter van Pieter en van Adriana van Schoonhoven. Zij hertrouwde 11 Mei 1611 met Mr. Willem van Ratelant. Uit haar eerste huwelijk sproten zes kinderen, waarvan Peter volgt.
Zijn door een onbekend kunstenaar geschilderd portret is op huize Hardenbroek bij Doorn.
Zie: Geneal. Herald. Bladen II, 386, 387, III, 475; Wapenheraut XVI/XVII, 328, 329; Ned. Leeuw XXIX, 222; Die Haghe, Bijdr. en Meded. 1911, 195.
Regt