[Hamer, Petrus]
HAMER (Petrus), geb. te Deventer 17 Maart 1716, overl. te Emden 2 Dec. 1779, zoon van Jan Hamer, apotheker te Deventer, en Petronella Braakman. Hij studeerde aan de Illustre school te Deventer, later te Groningen, en werd predikant te Wijbelsum (Oost-Friesl.) 29 Oct. 1741, te Wirdum Oct. 1744, te Leer 23 Apr. 1752, te Emden 12 Oct. 1760. Hij is gehuwd met A. Wallands (12 Juli 1744) en had vijf zonen en drie dochters. Twee zonen werden predikant in Oost-Friesland. Hij was een heftig tegenstander van de Doopsgezinden; zijne geschriften, die tegenschriften uitlokten, getuigen daarvan. Hij schreef: Lijk-Predikatie over wylen Tob. Jac. Vissering achter Agt uitgebrachte Kerkredenen van wijlen Ds. H. Schröder; Antwoord op R. Rahusens Smaadschrift met zijn E. Brief ter bescheidene Verdeediging van zijn E. Aanmerking over de E. Geloofs-leere en noodige beantwoording, onlangs uitgegeven door H. Waerma (Emden 1769).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. III, 493 v.
Knipscheer