[Hakvoord, Barend]
HAKVOORD (Barend), Hackvoort of Hakfort, overl. 1735, begr. in de Groote Kerk te Zwolle. Toen hij 15 Mei 1694 te Zwolle trouwde met Jackomina Smits, was zijn ‘hospes’ als getuige daar bij. Hij was boekverkooper, sedert 31 Dec. 1694 voorzanger in de Groote Kerk, en sedert 21 Febr. (1695?) godsdienstonderwijzer te Zwolle. Zijne geschriften maakten veel gerucht. Hij werd beschuldigd van allerlei, zelfs van atheïsme. De overijselsche synode was genoodzaakt de aandacht van de Staten der provincie op zijne uitgaven te vestigen. Het herdrukken van zijne boekjes werd ook op 10 Maart 1708 verboden. Op 6 April 1708 is hij door den zwolschen kerkeraad gecensureerd. De synoden hebben nog ongeveer twintig jaren zijne zaak behandeld. Henr. Ravesteyn, predikant te Zwolle noemt in Hakvoord's De Heerlijkheden van de Stad Gods ofde Kerke des N. Test. (Zwolle 1725) ook zijn zoon ‘een adderen gebroedsel en qualick opgevoede en verstandelooze jongeling’. In 1729 heeft hij vrijwillig afstand gedaan van zijn voorzangersambt. Zijne veel bestreden werken en werkjes zijn: De Schole van Christus, behelzende zes en zestig lessen waar in de gansche belydenis der Geref. Godsdienst beknoptelyk voorgesteld en volgens den draad van de Heidelbergsche Catechismus duidelijk verklaard, en uit de H. Schrift bevestigt wordt (Amst. 1692; herdr. o.a. in 1698 en 1706; in 1739 zag een achtste druk het licht te Amsterdam onder den titel: De vernieuwde Schole van Christus); Over het Avondmaal (Amst. z.j.); Den Staat der Kerke en de wegen Gods onder de driederlei bedeelinge des tyds (Amst. 1689; 2e dr. 1728); De Heerlikheid van de Stadt Gods (Zwolle 1725, een verbeterde uitgave van het vorige werk); Opregt onderwys in de
Letter-konst, zeer bekwaam