[Haersolte, Rutger van (2)]
HAERSOLTE (Rutger van) (2) tot Haerst en Oosterveen, geb. vermoedelijk te Zwolle in of omstr. 1608, overleden 21 Dec. 1674; zoon van Sweder (kol. 677), en van Johanna van Doornik.
Hij was heer van Haerst en Oosterveen en kocht in 1651 Staverden. Werd wegens Haerst beschreven in de ridderschap van Overijsel, was dingwaarder van de Hooge Bank van Justitie en stadhouder van de leenen van Overijsel, drost van Lingen 1632 en landrentmeester van Salland 1639. Hij was het hoofd der Oranjepartij in Overijsel en werd na den dood van Ripperda (Oct. 1653) onder hevig protest der minderheid gekozen tot drost van Twente (April 1654) waarbij hem niet minder dan dubbelen moord, meineed, omkooperij enz. te laste werd gelegd. Uit deze benoeming, die zijn invloed ten zeerste zou doen toenemen, ontsproten hevige geschillen waarbij beide partijen troepen wierven om hun aanspraken kracht bij te zetten. Na verscheidene vergeefsche pogingen tot verzoening werd eindelijk 1 October 1657 de zaak door Jan de Witt en Cornelis de Graeff, die tot bemiddelaars waren aangewezen, geschikt, waarbij de keuze van Haersolte echter ongedaan werd gemaakt.
In 1660 geraakten de gemoederen opnieuw verbitterd over de vervulling der opengevallen ambten. In dat jaar werd Haersolte benoemd tot drost van Salland, zijn tegenpartij Raesfelt werd met het drostambt van Twente begiftigd. Deze anders onpartijdige politiek bleek hier gevaarlijk te zijn, doordat onverzoenlijke vijanden de schoonste gelegenheid kregen elkaar den voet dwars te zetten. Eerst over het beheer der geestelijke goederen, later over de benoeming van den jeugdigen prins van Oranje tot het oppercommando van land en zeemacht en daarna over de kwestie der geldmiddelen, na den munsterschen oorlog schier hopeloos in de war geraakt, rezen zulke hooggaande twisten dat de Staten-Generaal in 1671, na verscheidene pogingen tot verzoening, een buitengewone deputatie (van Beuningen en A. Paets) naar Overijsel zonden om daar de orde te herstellen. Zij schorste van Haersolte in Sept. in zijn drostambt en zijn voorzitterschap der Statenvergadering. In het geheim bleef men echter elkander met pamfletten bestoken en onderling tegenwerken en eerst in het volgend jaar deed het gemeenschappelijk gevaar in den nieuwen munsterschen oorlog de vijandschap eenigszins luwen.
Haersolte was 1 Maart 1640 te Ruurloo gehuwd met Elisabeth Margaretha van Pallandt, die omstr. 1687 overleed (dochter van Johan, heer van Voerst en Keppel, en van Elisabeth van Raesfelt tot Oostendorp); dit huwelijk schijnt kinderloos te zijn gebleven.
Zie: Wagenaar, Vad. Hist. XII, 403,