[Haersolte, Hendrik van]
HAERSOLTE (Hendrik van), heer van Haerst, overl. tusschen 1411 en 1422; zoon van Barthold (kol. 668) en van Lutgard van Oostenwolde.
Hij wordt met zijn vader, moeder, broeder en zuster in 1358 vermeld, komt voor als schildknaap en is in 1396 1400 en 1411 in de ridderschap van Overijsel. Hij trekt met den graaf van Bentheim en verscheidene edelen ten oorlog tegen Munster (Dumbar, Anal. II, 191) en teekende 13 Aug. 1407 met zijn broeder Harmen (vorig art.) het contract, waarbij Herman van Cuynre en zijn zonen de heerlijkheid Kuinre aan bisschop Frederik van Blankenheim verkoopen (a.w. II, 217, 385; van Mieris, Gr. Ch.b. IV, 72).
Hij huwde omstr. 1404 met Maria van Graes (overleden, als weduwe, te Zwolle 11 October 1422, begr. op den Sint-Agnietenberg). Zij wonnen o.a. vier kinderen, waarvan de oudste zoon Barthold vóór zijn ouders overleed; Harmen komt in 1446 als burgemeester van Zwolle voor; Goert, van wien alle tegenwoordige Haersolte's afstammen, en Volkier, echtgenoot van Helene van Haeften.
Zie: Dumbar en v. Mieris de bovenvermelde werken; Nederl. Adelsb. 1914, 71; Geneal. v. Haersolte (familieuitgaaf).
Regt