[Haersolte, Antony van]
HAERSOLTE (Antony van), heer van Herxen, Egede en van Paeslo (dit laatste door aankoop), geb. omstr. 1609, overleden 16 April 1670; broeder van Rutger (2) (kol. 674) en zoon van Sweder (kol. 677) en van Johanna van Doornik. Hij kwam in de ridderschap van Overijsel 1632, was kolonel van een regiment cavalerie, luitenant-gouverneur van Overijsel en commissaris-generaal der cavalerie. Met den heer van Duvenvoorde en onder bevel van den prins van Tarente voerde hij de ruiterij aan, die bij het beleg en de verovering van de Dylerschans (31 Mei-4 Juni 1664) diensten bewees.
Haersolte huwde in 1639 met Ernestina van den Boetselaer, erfdochter van Toutenburg, weduwe van Frederik Adolf van Reede van Amerongen, en dochter van Rutger v.d.B. en van Beatrix Mulert. Door dit huwelijk kwam de Toutenburg in het geslacht van H. Bij deze vrouw, die 22 Mei 1682 (of 1686) overleed, won hij vijf kinderen, waarvan Anna Elisabeth de echtgenoote werd van Rutger (3) v.H. tot Honlo (kol. 675). Een zoon Rutger v.H. heer v. Toutenburg, landrentmeester van Vollenhove, legde 31 Mei 1678 den eersten steen van de kerk te Kuinre.
Zijn door een onbekend kunstenaar 1667 geschilderd portret is in de verzameling van Mr. C.W.A. baron van Haersolte van Haerst te Arnhem.
Zie: Bosscha, Neerl. heldend. te land II, 14 noot; Buiten, 27 Aug. 1910; Geneal. v. Haersolte (familieuitgaaf); d'Ablaing, Balye v. Utrecht, 94.
Regt