[Haamstede, jonker Adolf van]
HAAMSTEDE (jonker Adolf van), of van Haemstede, geb. in Zeeland 1520, overl. in 1585, zoon van jonker Witte van Haamstede en Agatha van Schengen, gehuwd 1e met Maria van der Lisse, 2e met Jacoba d'Auxy, 3e met Anna d'Almaras.
Adolf van Haamstede ging reeds jong in zeedienst, en in 1543 was hij een der scheepsbevelhebbers op de vloot van jonker Maximiliaan van Bourgondië, markgraaf van Veere, tegen de Franschen. Later wordt hij genoemd als baljuw van Duiveland. Op 13 Oct. 1562 wordt hij door Oranje belast wegens Zeeland-beooster-Schelde met het opnemen en sluiten der rekening. In 1566 teekende hij niet het Compromis, maar bleef katholiek en den Koning trouw. Op 5 Juni 1568 teekent hij als lid der Ridderschap van Zeeland, en is in 1568 baljuw van Nieuwerkerk op Duiveland, in 1569 en 1571 wordt hij onder de edelen beschreven ter Staten-vergadering van Zeeland. Van 1569 af maakten de Watergeuzen het den bewoners van Zeeland zeer lastig, maar behalve een paar wachtschepen voor de havens der steden, werd in Zeeland geen vloot van beteekenis tegen hen uitgerust. In Sept. 1570 was hij kapitein op het schip ‘St. Andries’, dat bij de vloot van Boussu behoorde en 25 Sept. 1570 van Vlissingen vertrok ter begeleiding van de oostenrijksche prinses naar Spanje. Hij rustte in zomer 1573 een groote vloot uit te Amsterdam; deze zeilde begin October 1573 onder Boussu de Zuiderzee op, en Haamstede was kapitein van een der schepen. Op 11 Oct. 1573 werd de spaansche vloot door de Watergeuzen verslagen; Haamstede vluchtte naar Amsterdam. Begin Jan. 1574 liet Requesens weer een vloot uitrusten te Antwerpen, om Middelburg te ontzetten, dat door de Watergeuzen werd belegerd. Adolf van Haamstede was vice-admiraal op deze vloot, die 31 Jan. 1574 door de Watergeuzen bij Roemerswaal geheel verslagen werd. Dezen zeilden de Spanjaarden na op de Schelde, en bij Lillo vielen de Watergeuzen hen nog eens aan; verschillende spaansche schepen werden genomen, Adolf van Haamstede werd gevangen naar Delft gevoerd, en voor den Prins van Oranje gebracht. Hier weigerde hij de plannen der Spanjaarden te verraden, en tot de zijde van de Staten over te gaan; en dit hoewel Requesens hem niet genegen was en
zijn goederen in Zeeland al had aangeslagen. Haamstede bleef tot 1576 in gevangenschap. Toen Zierikzee op 2 Juli 1576 door de Spanjaarden was hernomen, werd Haamstede volgens een der artikelen van het verdrag in vrijheid gesteld. Hij voegde zich weer aan de spaansche zijde, maar zijn naam wordt niet meer genoemd.
Zie: C.J. Polvliet, Het geslacht Haamstede, in Wapenheraut XII (1908), 416-418; Malo,