[Groenewegen, Johannes]
GROENEWEGEN (Johannes), geb. te Zoetermeer 7 Juli 1709, overl. 12 Aug. 1764 te Werkendam, jongere broeder van den voorgaande, en evenals deze van Remonstrant Gereformeerd geworden. Hij begon op zijn 24ste jaar met de voorbereiding tot het predikambt, studeerde te Groningen en te Leiden, en werd predikant te Aarlanderveen 26 Jan. 1738 en te Werkendam 14 Aug. 1739. In 1738 huwde hij met Anna Maria Valk van Blanken, overl. 1745, waarna hij hertrouwde in 1749 met Cornelia Josina Barovius, dochter van J.C. Barovius, predikant te Ameide. Ds. Johannes Claessen hield een lijkrede over hem: Het groote en weezendlijke onderscheid tusschen het betaamelijk en onbetaamelijk weenen (Utr. z.j.). Hij schreef, behalve een catechisatieboekje (Gorinch. 1755), een bundel preeken, na zijn dood uitgegeven: Verzameling van veertien ... Preedikaatsien .... (Utr. 1766), waarvan nog in 1917 een 9de druk verscheen te Harderwijk: een bundel liederen: De lofzangen Israels .... (Gorinch. 1751), vele malen (de 13de dr. in 1917) herdrukt.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. III, 359 v.; Kerkelijk Handboek (1907) Bijl., 100.
Knipscheer