[Griethuysen, Theodorus Johannes van]
GRIETHUYSEN (Theodorus Johannes van), geb. te Wageningen 23 Juli 1818, overl. te 't Waal 18 Jan. 1888, zoon van Otto Jacobus van Griethuysen en Maria Alijda Waller. Hij studeerde te Leiden, promoveerde op het proefschrift De notionibus vocabulorum σῶμα et σάϱξ in Novi Testamenti interpretatione distinguendis (Amst. 1846). Hij werd predikant te 't Waal en Honswijk 24 Sept. 1848. Aldaar is naast den kansel een gedenksteen aan hem gewijd. Hij huwde 9 Juni 1853 Anna Adriana Petronella Joosting (geb. 1828, overl. 1859). Hij schreef: De verhouding van de Synode tot de Provinciale kerkbesturen (Utr. 1871), en de volgende opstellen in Studiën en Bijdragen: De ontzegging van het Avondmaat, aan de afsnijding voorafgaande, bij de Geref. kerken niet van den aanvang af in gebruik, .... (dl. III, 294-340); Artikelen ten behoeve van predikantsweduwen en weezen in 1580 (IV, 258-260); Antonius Hornhovius, bij intercessie der Staten van Utrecht in 1626 gecensureerd (IV, 393-429).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. III, 346 v.; Kerkelijk Handboek (1910) Bijl., 170.
Knipscheer