die gemeente behoorden, met de maatschappij tot overeenstemming te komen, haar op allerlei wijze tegenwerkte en tevens zelf zoo goed als niets deed. Een beschrijving, door W.A. Coolen in den Economist van 1874, 1e deel, blz. 573 gegeven, vermeldt de tegenstelling tusschen de exploitatie door de maatschappij, die een goeden grindweg had en die van de gemeente, waar men niets had dan een hobbelig, met takkenbossen belegd veenpad. Zelfs werd van gemeentewege eenige jaren later een kanaal gegraven op ongeveer 200 meter afstand van en evenwijdig aan het kanaal der maatschappij en ook in de Noordervaart uitmondende. Verder werd de Maatschappij belet, haar kanaal door te trekken naar de in 1866 gereed gekomen spoorweglijn Helmond - Venlo. Deze lijn, dwars door de Peel, werd door van de Griendt als aannemer aangelegd. Plannen, door hem gemaakt om de zeer uitgebreide gemeente Deurne in tweeën te verdeelen, zijn afgestuit op de tegenwerking van het gemeentebestuur, daarin gesteund door den commissaris des Konings in Noord-Brabant, jhr. Mr. P.J. Bosch van Drakestein. Niettegenstaande alle tegenwerking en hoewel er in den aanvang veel tegenspoed geleden is, heeft van de Griendt zijne stichting tot grooten bloei weten te brengen,
Hij werd 15 Dec. 1863 door het kiesdistrict 's Hertogenbosch tot lid der Provinciale Staten van Noord-Brabant gekozen. Toen dit college na 1868 omging, werd hij bij zijne periodieke aftreding niet herkozen, daar hij tot de liberale partij behoorde. Hij was vele jaren lid van den Gemeenteraad en lid, later voorzitter van de Kamer van Koophandel van 's Hertogenbosch.
Hij schreef: Wat zal er worden van de Noord-Brabantsch-Limburgsche Peel? ('s Hert. 1876, niet in den handel).
Hij huwde 10 Aug. 1844 M.H.H. Panis, geb. 10 Nov. 1817, overl. 12 Jan. 1898, bij wie hij drie zonen en vier dochters had.
Ramaer