[Gribius, Petrus]
GRIBIUS (Petrus), of Grybius, geb. te Middelburg 25 Oct. 1651, overl. te Delft 30 Oct. 1739, zoon van Petrus Gribius (predikant bij de Engelsche gemeente te Middelburg, 1642-1652, daarna tot zijn dood, 1666, bij de Hoogduitsche gemeente te Amsterdam) en van Maria Brandijn. Hij studeerde aan de latijnsche scholen te Amsterdam en te Appingedam, daarna te Utrecht en te Leiden (uit Utrecht verdreven door den inval van de Franschen in 1672). Voordat hij het predikambt aanvaardde, deed hij met Jacobus Trigland eene reis naar Oxford, Cambridge enz. Hij werd predikant te Middelie 1 Aug. 1677, te Grootebroek 16 April 1679, te Harderwijk 4 Apr. 1680 en te Delft 19 Oct. 1681, emeritus Sept. 1734. Hij was gehuwd met Debora van der Heul (overl. 9 Apr. 1702). Hij gaf preeken uit te Delft in 1731; na zijn dood verscheen: Verscheyde redevoeringen op bijzondere lijden en omstandigheden (Delft 1740), uitgegeven door Ds. W. Velse, die er zijne lijkrede op Gribius bijvoegde en ook diens portret.
Zijn portret is geschilderd door Th. van der Wilt en in prent gebracht door J.C. Philips.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. III, 344 v.; Kerkelijk Handboek (1903) Bijl., 131; (1907) Bijl., 110; (1908) bijl., 115, 130.
Knipscheer