[Graaff, Cornelis Nicolaas de]
GRAAFF (Cornelis Nicolaas de), geb. te Koedijk 25 Aug. 1810, overl. te Haarlem 7 Febr. 1888, zoon van Nicolaas de Graaff (die volgt) en Antje Voormans. Hij studeerde te Leiden en promoveerde 19 Dec. 1834 op een dissertatie: Anatecta in epistolam Petri alteram (Ludg. Bat. 1834). Hij werd predikant te 't Woud op 18 Oct. 1835, te Oudshoorn 2 Mei 1841, emeritus 15 Aug. 1878. Het tweehonderdjarig bestaan van de kerk te Oudshoorn herdacht hij 22 Oct. 1865 in een Leerrede ter gedachtenisviering .... (Alphen 1865). Na zijn afscheid woonde hij te Haarlem. Hij is drie malen gehuwd geweest, n.l. met Johanna Roelofsz. (overl. Dec. 1844), Anna Elisabeth Willemina Cornelia Sanderson (geb. 1816, overl. 1854), en Cornelia Honingh, geb. 30 Jan. 1826. De laatste, met wie hij huwde in 1855, overleefde hem. Nog heeft hij behalve eenige leerredenen uitgegeven: De levensgeschiedenissen van Simon Petrus (Haarl. 1835); Open brief aan G.A. Hoogeveen, te zamen met J.B. Moquette en J.E. Jentink; De vacature te Zwammerdam, teregtwijzing voor ds. J.W. Felix en G.A. Hoogeveen (Alphen 1867);