[Gogh, Franciscus van]
GOGH (Franciscus van), overl. te Rotterdam 14 Mei 1824, studeerde te Utrecht, was predikant te Abbenbroek (31 Aug. 1783 tot 7 Oct. 1792), te Nieuwerkerk op Duiveland (21 Oct. 1792 tot 8 Maart 1795) en te Schiedam (15 Maart tot in 1818). Na zijn emeritaat, waartoe gezichtsverzwakking hem noopte, woonde hij te Rotterdam. Een portret is van hem bekend, doch zonder naam van den graveur. Hij schreef: Opwekking om alles te doen wat mogelijk is tot bevordering van het echte Christendom (Schiedam 1805); Toespraak aan de gemeente van Schiedam, ter gelegenheid van de troonsbeklimming van Willem I (Schiedam 1815); De Bijbel een boek zoo vermakelijk als nuttig voor allerlei lezers (Schiedam 1815).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel. in Ned. III, 283.
Knipscheer