proost aan het werk, gesteund door den bisschop van Roermond, Henr. Cuyckius, die veel belang stelde in het behoud der proostdij, en na eenige jaren was het klooster grootendeels hersteld en bevolkt door 37 nonnen (1597). Bisschop van Cuyk spoorde den proost steeds aan om den eeredienst van den II. Gerlacus, die aldaar als kluizenaar geleefd had, opnieuw te doen bloeien. De wonderbare bron, aan den Heilige toegeschreven, was onder de ruïnen van het klooster verdwenen en niemand kon de plaats meer met juistheid aanwijzen. Op aandringen van den bisschop stelde de proost een nauwkeurig onderzoek in, dat met gunstigen uitslag werd bekroond. De bisschop, die toevallig op het kasteel te Valkenburg verbleef, kwam op het bericht terstond ter plaatse. Hij drong erop aan, dat de proost een leven van St. Gerlacus zou uitgeven. Een oud latijnsch leven, omstreeks 1220 door een Norbertijn, bijna een tijdgenoot van den heilige, geschreven, liet de proost drukken met de in dien tijd vereischte opdracht en gedichten, waaruit blijkt, dat Erasmus Ghoyee een kundig latijnsch dichter was. Het verscheen onder den titel: Divi Gerlaci Sanctissimi Eremitae vita, duobus libellis distincta nunc primum in luce producta jussu Reverendissimi D. Henrici Cuyckij, Dei et Apostolicae sedis gratia, Episcopi Ruremundensis. Opera et industria Reverendi admodum et Doctissimi Patris et Domini D. Erasmi Ghoyee, Praepositi inclyti Monasterii S. Gerlaci (Excudeb at Trajecti ad Mosam Johannes Ghelius, 1600. XXX May, in 4o).
Een exemplaar van het zeldzame werkje vindt men in de abdij van Averbode. Behalve de Vita bevat het boek van Erasmus Ghoyee: Carmen dedicatorium ad. D.G. Spinolae heer van Embry, een Prologus een Epistola en een Carmen de fonte S. Gerlaci ad. D. Henricum Cuyckium Ep. Rurem.
De Vita werd in het eerste deel der Acta Sanctorum 1643 Jan. I, 304-320 opgenomen, evenals een verkorting er van, 1607 door Wilh. Cripius uitgegeven. Foppens, Bibl. Belg. I noemt de proost Ghoyde en Sweertius, Athenae Belg. 240, Goyens. Zij vermelden slechts de uitgave zonder plaats of juisten titel. De vita werd vertaald: Het leven van den H. Gerlacus overgeset door .... Corn. Thilmans in het jaar 1612. Nu verbeetert ende vermeerdert door F.H.C.P.S.G. (Maestricht 1612), La vie et miracles de St. Gerlace (Tournay 1618; nouvelle edition Maastricht 1745). Een nederlandsche vertaling werd ook opgenomen in van Craywinkel, Legende der Levens van de voornaamste Heylighe Persoonen inde Ordre van den H. Norbertus (Mechelen, 1664) I, 82-140.
Zie: Biogr. nat. Belg. VIII, 173; Foppens, Bibl. Belg. I, 266; Jos. Habets, Houthem St. Gerlach en het adelijk Vrouwenstift aldaar (Maastr. 1869) 108, 110-113 en v.; Goovaerts, Ecrivains de l'ordre de Prémontré (Brux. 1900) I, 308-310.
Fruytier