Maart 1834 aartspriester van Holland, Zeeland en West-Friesland. Van zijne hand verscheen in 1819 bij J.P. Bronstring te Purmerend een uit het Duitsch vertaald Gebeden- en onderrigtingsboek voor R.C. Christenen; in 1822 bij denzelfden uitgever: Vaarwel of afscheidswoord aan mijn eerste Gemeente. Zijn Missieverslag van 1842 geeft een even volledig als betrouwbaar overzicht van den kerkelijken staat der hollandsche Zending. Zijne uitgebreide briefwisseling met den Vice-Superior Antonio Antonucci spreekt van de werkzaamheid, welke door deze beide priesters op kerkelijk gebied gedurende de jaren 1834-42 werd aan den dag gelegd.
Zie: Bijdr. v. Haarl., dl. 21, 419-420, dl. 33, 300-301, dl. 40, 370-437, dl. 41, 58-205; dl. 41. blz. 313 en v.
van der Loos