[Geelvinck, Mr. Nicolaas (2)]
GEELVINCK (Mr. Nicolaas) (2), heer van Stabroek, geb. te Amsterdam 3 Juni 1732, overl. te 's Gravenhage 4 Dec. 1787, zoon van Mr. Nicolaas (1) en Johanna Jacoba Graafland, was van 1748-63 een der stadssecretarissen in zijne geboortestad. In 1764 werd hij schepen en in het volgend jaar lid der vroedschap. Van 1771-73 en in 1786-87 had hij zitting in het College van Gecommitteerde Raden en van 1781-83 in den Raad van State. In 1764 werd hij bewindhebber der West-Indische Compagnie, in 1775 directeur der Sociëteit van Suriname en in 1780 representant van den Prins-Erfstadhouder als opperbewindhebber der West-Indische Compagnie. In 1773 stelden de Staten van Holland hem aan tot commissaris over 's lands posterijen te Amsterdam. In de vroedschap behoorde hij tot de tegenstanders der Patriotten. In de moeilijke dagen van September en begin October 1787, toen Amsterdam niet vertegenwoordigd was in de vergadering der Staten van Holland, woonde hij in zijne qualiteit van Gecommitteerde Raad de vergaderingen bij en hield de amsterdamsche regeering op de hoogte van wat er voorviel, waarbij hij voortdurend aandrong op eene verzoenende houding. Hij huwde 23 Nov. 1751 Johanna Geertruy van de Poll (1729-74) en in April 1776 Magdalena Sophia Elisabeth Juliana, gravin van Rechteren (geb. 1735). Hij overleed kinderloos.
Zie: Elias, a.w.; Gedenkschr. v. Hardenbroek; Brieven van Gedeputeerden ter Dagvaart in het Amst. Archief.
Breen