[Gauma, jonker Hartman]
GAUMA (jonker Hartman), ook wel genaamd Hoeckesz., geb. te Akkrum, datum van geboorte en overlijden onbekend.
Gauma had gestudeerd en maakte goede latijnsche gedichten, in 1566 teekende hij het Compromis, vocht 21 Juli 1568 bij Jemmingen, en vluchtte naar Emden. 20 Mei 1569 werd hij door Alva verbannen. In den winter 1569-70 deed hij vele plundertochten in Friesland en beroofde ook de kerken van Idaard en Grouw. 28 Jan. 1570 zendt hij een beklagbrief aan Alva; in voorjaar 1570 eischt de Raad van Friesland zijn uitlevering te Emden, maar men kan hem daar niet meester worden. 19 Nov. 1571 wordt Gauma vogelvrij verklaard en een groote belooning op zijn hoofd gezet. Hij was een ‘fameuse knevelaer’; in Apr. 1574 deed hij weer een landing in Friesland en nam wraak op den grietman van Utingeradeel. Hij was de broeder van Watze Gauma (die volgt). Zij werkten altijd met de Watergeuzen samen.
Zie: Marcus, Sententiën, 192; van Vloten, Nederl. Volksopst. (1858) I, 144; Andreae, de Friesche Waterg. in Vrije Fries, 3e Reeks, IV. 498, V. 101; Andreae, Nalezing lijst van Grietmannen, 106; Franz, Ostfriesland und die Niederl. 124, 294; te Water, Verbond der Edelen, II, 410.
Vogels