[Fuyter, Leonard de]
FUYTER (Leonard de) of de Fuiter, 17e-eeuwsch tooneelschrijver, geb. 1622, zoon van Jacobus de F., huwde Jan. 1649 met Margarita van Zinnick, weduwe van Hendrick Vogelpoot. In een huwelijksproclamatie (Oud- Holland II, 1884, p. 114) wordt hij koopman genoemd, terwijl een andere acte hem weer schilder van beroep noemt en zijn sterfjaar omstr. 1655 doet vallen. Het eerste door hem geschreven tooneelstuk draagt den titel Bedekten Verrader, is aan een franschen roman of novelle ontleend, heeft een opdracht aan zijn vriend Adam van Germez en noemt den schrijver diens leerling in de kunst. Het werd 1646 voor 't eerst op den amsterdamschen schouwburg vertoond en in hetzelfde jaar te Amst. gedrukt. Daarna volgt een berijming van Lope de Vega Carpios Verwarde Hof (Amst. 1647, 1665, 1671, 1679, 1699, 1740), dat 19 Sept. 1647 voor 't eerst gespeeld werd en lang op 't tooneel bleef; het werd door G. Griflinger als Verwirrter Hof in 't Duitsch vertaald. De bewerker haalde zich met dit stuk de afkeuring van Jan Vos op den hals, die in een puntdicht (Alle de Gedichten, 1662 p. 39) het spottend een mismaken van de Vega's spel noemt. Mrt. 1652 werd een nieuw stuk van hem vertoond: Stantvastige Isabella, naar 't Spaansch van de Montalvan en reeds in 1651 gedrukt, 2 jaar later werd Don Jan de Tessandier op den amst. schouwburg gespeeld, naar een spaansch drama bewerkt en gedrukt in 1654 (andere uitg. 1716). Uit een der opdrachten blijkt, dat hij zelf niet uit het Spaansch vertaalde, maar dat een zekere Barokus dit voor hem deed.
Gedichten van hem treffen we aan in Amsteldamse Vrolikheyt (p. 13 en 16) waarvan het eerste onderteekend is: Fuyter de Leon; voor L.v.d.