Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

[Fraats, Martinus Antonius]

FRAATS (Martinus Antonius), geb. te Amsterdam en overl. te Hoorn in 1767. Hij was kapelaan te Alkemade, pastoor te Grootebroek van 1719-1731 en te Hoorn aan de Statie in de Slijksteeg van 1731-1767. Fraats behoorde tot de beste kanselredenaars van zijn tijd. Onder den algemeenen titel van Gewijde mengelstoffen werden door Tjallingius te Hoorn in 1755 een tiental traktaatjes uitgegeven, waarvan het eerste heette: Het figuurlijk paaslam der oude wet in zes korte predikatiën overgebracht op het waare paaslam des nieuwen testaments. Het derde traktaatje: De parabel van het onkruid tusschen de goede tarwe, in zes predikatiën ontvouwen, gaf aanleiding tot oneenigheid met pastoor Nanning, die eveneens preekenbundels had uitgegeven en als kanselredenaar bekend stond. Beide partijen beriepen zich op eene uitspraak van Rome, die den 5en Nov. 1756 gegeven was, en waarin beide priesters werden vermaand

[p. 519]

zich in hun spreken en schrijven met meer omzichtigheid te gedragen.

Naar aanleiding van dit twistgeding verscheen den 1en Jan. 1758 een open brief van een priester, die zich Philalethes noemde, getiteld: Epistola sacerdotis Hollandi ad sacerdotem Groninganum amicum suum; en zonder vermelding van drukker of uitgever een vlugschriftje van acht bladzijden 8^o: Kort, eenvoudig en regtzinnig verhaal van het geene, tot beslissing des geschils, ontstaan over eenige stellingen van den Eerw. Heer J.N. in de maand Juny deezes jaars 1757 in 't werk is gestelt; alsmeede van het geene na die plegtige pacificatie op nieuws van den kant van J.N. ondernomen is (vergelijk het artikel Nanning). Nog verscheen van Fraats: Predikaatsie op het Mirakel van Amsterdam, gedaan den 16 Maart 1757 te Amsterdam op het Begijnhof in de kerk van den Zeereerwaardigen Heere Jacobus de Roeper, door enz.

Zie: Bijdr. v. Haarl.: dl. 40, blz. 282-320; Volksalmanak voor Nederlandsche katholieken jg. 1858, blz. 240.

van der Loos