[Fischer, Jacobus Joostz. of Joosten]
FISCHER (Jacobus Joostz. of Joosten), van Haarlem, Harlemius, priester en kapelaan te Amsterdam, bezat een beneficie aan het H. kruisaltaar te Haarlem in de Sint Baafskerk, omstreeks 1575. Hij moest om de vervolging der priesters omstreeks 1581 uit de stad vluchten en vond een gastvrij onderkomen in de Cisterciënser-abdij Hemmenrode bij Trier. De abt Joannes Roderus verleende hem niet alleen gedurende vele jaren op de vrijgevigste wijze een onderdak, maar bezorgde hem zelfs het noodige om den doctorsgraad in de theologie te behalen. Uit dankbaarheid droeg Fischer de uitgave van het werk van den beroemden Cesarius van Heisterbach, Illustrium Miraculorum et Historiarum Memorabilium Libri XII, aan den abt van Hemmenrode op, 26 Oct. 1590. Het werk verscheen in officina Birckmannica sumptibus Arnoldi Mylii. Tilman Bredenbach, kanunnik te Keulen, had het bijna gereed voor den druk, toen de dood hem verraste; Fischer voltooide den begonnen arbeid en voorzag het werk van een voorwoord, opdracht en index. Hetzelfde werk ook bekend als Dialogus Miraculorum was reeds in druk verschenen omstreeks 1475 (exempl. abdij Bornhem) zonder naam van drukker, en 1481 (Keulen, Koolhoff). Van de uitgave van Fischer verschenen herdrukken te Keulen 1598 en Antw. 1605. Door J. Strange werd, 1851, te Keulen een nieuwe uitgave bezorgd van den Dialogus van Cesarius naar de oude handschriften. De uitgave van Fischer wordt gevonden in vele bibliotheken. Van zijn verderen levensloop is niets bekend.
Zie: Bijdragen Bisd. Haarlem IV, 117; A. Meister, Die Fragmente der Libri VIII Miraculorum Caes. Heisterbacensis (Rom. 1901) blz. XXIV.
Fruytier