[Feyten, Dionysius]
FEYTEN (Dionysius), abt van de Norbertijnerabdij St. Michiel te Antwerpen, geb. te Leuven 1537, overl. te Antwerpen 13 Sept. 1612.
Hij bekleedde in zijn klooster verschillende ambten en dat gedurende de tijden van vervolging, uitjaging en vlucht. Hij komt voor als prior der abdij en pastoor te Minderhout. 29 Jan. 1570 was hij pitancier in de abdij, zooals in eene oorkonde wordt vermeld. Hetzelfde jaar volgde hij den overleden proost van het nonnenklooster Zoetendaal bij Serooskerke (Walcheren) op. Na de inneming van Vlissingen, 6 Apr. 1572, was men in het klooster Zoetendaal niet meer veilig wegens de strooptochten der Geuzen. De proost vluchtte naar Antwerpen met de Norbertinessen. Hij teekende in een copie der privilegiën van Premonstreit, in het archief van St. Michiel, 20 Aug. 1572, ‘Denis Feyten, prepositus Dulcis Vallis in Wallacria’. Tijdens de calvinistische overheersching werden alle kloosterlingen uit de stad gezet. De St. Michielsheeren, eerst uitgezet 28 Mei 1579, mochten op bevel van aartshertog Matthias en prins Willem wederkeeren, doch spoedig daarop moesten zij opnieuw vertrekken. De abdij werd geplunderd en gedeeltelijk verwoest, eerst tijdens de Spaansche furie, dan door de Antwerpenaars. Al hare eigendommen werden verkocht, al hare meubelen en sieraden verdwenen. Na de inneming van Antwerpen door Parma, 1585, keerden de St. Michielsheeren weder. Bij den dood van den abt van St. Michiel, 1590, werd D. Feyten aangesteld tot bestuurder van het verweesde klooster.
Hij droeg in 1591 nog den titel van proost van Zoetendaal en pastoor van Minderhout en werd eenparig door de abdijheeren tot abt gekozen, met goedkeuring des konings, bevestigd door den abt van Premontré, 27 Jan. 1592. 19 jaar bestuurde hij de abdij en herstelde veel van hetgeen in de vorige jaren was vernield. Hij overleed als jubilarius, zoowel zijner professie als van zijn priesterschap. De laatste nonnen van Zoetendaal leefden onder zijne bescherming te Antwerpen tot begin der 17e eeuw. Zijn geschilderd portret, afkomstig uit de abdij St. Michiel, wordt thans bewaard in de abdij te Averbode.
Zie: Graf- en gedenkschriften prov. Antw. IV, 79, 153; Sanderus, Chorographia sacra Brab. I, 107; Hist. episc. Middelburg.
Fruytier