[Fell, Goethard Gothardus of Gottfried]
FELL (Goethard, Gothardus of Gottfried), Fellenius, Fel, Vel, Vellen, Velsen, geboortig uit Ob-Itter bij Maastricht, gest. 1590 te Aken. Niet onmogelijk is hij een verwant geweest van den maastrichtenaar Goest Vellen, die 1533 onder de eerste reformatorischgezinden in zijn vaderstad heeft behoord. 20 Juni 1561-71 is hij predikant te Wassenberg geweest. In 't laatstgenoemde jaar afgezet door den hertog van Gulik, is hij in die plaats echter toch nog werkzaam gebleven tot 1575, als geheim voorganger der daar woonachtige Gereformeerden. 1576 was hij predikant te Odenkirchen. In Apr. van dat jaar deed keurvorst Salentin, aartsbisschop van Keulen, vergeefs moeite hem te laten arresteeren, hetgeen een krachtig protest van Ottilia van Flodorff, burchtgravin van Odenkirchen, ten gevolge had. 1576-78 heeft hij in de Palts gewerkt, te Pfeddersheim. Daarna diende hij de Kerk van Maastricht, tot deze stad op 29 Juni 1579 door Parma werd ingenomen. 1 Mei 1582 tot aan zijn dood had hij te Aken de leiding der duitsche Gereformeerde kerk aldaar. Zijn zoon Gerhard studeerde achtereenvolgens te Herborn en te Heidelberg; respectievelijk werd hij daar 1594 en 30 Oct. 1597 ingeschreven. Vervolgens stond hij als predikant: eerst te Dorscheid, waar hij 5 Juli 1601 reeds was aan te treffen; daarna in 't klooster Chumb (14 Jan. 1602 en vervolgens); eindelijk sedert 7 Juli 1608 te Stromberg in de Palts.
Zie: P. Bockmühl, Goethard Vellen in Monatshefte für rheinische kirchengeschichte, Jhrg. 1914, 65 v., met de daar genoemde literatuur; bovendien Monatshefte für rheinische Kirchengeschichte Jhrg. VII (1913), 70; en Werken der Marnixvereeniging S. III, dl. II, 106.
van Schelven