Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6
(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 482]
| |
stad in het verdronken land van Zuid-Beveland, overleed als plebaan der kapittelkerk te Hoogstraten, 23 Febr. 1609. Hij teekent zelf in de registers Wilh. Angeli. 1561-62 werd de vicarij van O.L. Vrouw te Reimerswaal gegeven aan Wilhelmus Angeli, clericus van het bisdom Utrecht. 19 Febr. 1562 bij de promotie der filosofie te Leuven voor den graad van magister was Wilhelmus Engelsen van Romerswaal, student in den Borcht, de primus der tweede lijn of no. 13 van 159. Wilh. Angeli verkreeg nog een vicarij te Vlake en te Poortvliet, 1559-60. Bij de begeving van een vicarij in de kerk te Baarland 1568-69 wordt hij betiteld als priester van het diocees Middelburg. Later ontmoet men ‘Wilh. Englische’ van Reimerswaal in Brabant, waarheen hij, wegens de hardnekkige vervolging der priesters in Zeeland, de wijk had moeten nemen. In 1600 was hij pastoor te Rijckevorsel. Mei 1604 ging hij over naar Hoogstraten, waar hij plebaan en kanunnik was tot zijn dood. 29 Sept. 1608 getuigt hij, dat zijne parochie slechts 362 communicanten bedroeg. Door oorlog en pest was zij ontvolkt; de meeste huizen lagen in puin. W. Engels stichtte eene beurs in het jongensweeshuis te Hoogstraten en een fundatie in den Borcht te Leuven, die, bestuurd door het seminarie te Mechelen, in 1880 nog 131 franc opbracht. Tot begevers of collatoren stelde hij den pastoor van Hoogstraten en Rijckevorsel aan. Zie: Analectes hist. eccl. Belg. IV, 248, XX, 123; Val. Andreas, Fasti academici (Lov. 1650), 225; Grijpink, Register op de parochiën I, Zuid Bev. 11, 159, 168, 119; Bijdragen hertogd. Brab. VIII, 309; Adriaansen en Segers, De collegiale kerk van de H. Katharina te Hoogstraten, 1818, 151, 261. Fruytier |
|