[Dungen, Henricus Sebertus van]
DUNGEN (Henricus Sebertus van) of Dungaeus, geb. te 's Hertogenbosch 1511, overleed te Antwerpen 12 Sept. 1596. Zeer weinig is van hem bekend. Hij had den graad behaald van doctor in de theologie, waarschijnlijk te Rome, waar hij een tijd verbleef en penitencier in St. Pieter was. Vandaar, dat hij later den titel voerde van poenitentiarius apostolicus. Hij keerde naar Antwerpen terug als kanunnik der Lieve Vrouwekerk. Bij de oprichting van het bisdom Antwerpen werd hij de eerste penitencier. Hij verkreeg ook de waardigheid van pronotarius apostolicus. In Rome had hij den beroemden bisschop van Ermeland, later kardinaal, Stanislaus Hosius leeren kennen, een der geleerdste mannen zijner eeuw, voorzitter van het concilie van Trente, een vurigen verdediger der katholieke kerk. Kanunnik van Dungen zorgde voor eene verbeterde uitgave van de Opera omnia van den kardinaal, welke onder zijn toezicht te Antwerpen, twee deelen in een foliant, werden gedrukt en uitgegeven in 1566 en weder in 1571 ‘in aedibus viduae et heredum Joannes Stelsii’. Hierover voerde Henricus D. eene drukke briefwisseling met den kardinaal, zijn vriend, en eveneens met den zaligen Petrus Canisius, met wien hij ook zeer bevriend was. Reeds 1563 schijnt hij eene uitgave bezorgd te hebben van de Confessio fidei van den kardinaal bij den reeds genoemden uitgever. Er bestaat ook een brief van Henr. van Dungen aan den generaal der Jezuïeten, Jacobus Laynez, van 12 Jan. 1562.
Dr. Henricus van Dungen overleed hoog bejaard en werd in de kathedraal te Antwerpen begraven. Het opschrift van zijn grafzerk wordt vermeld in: Verzameling van grafschriften in de provincie Antwerpen I, 418.
Zie: Ram, Synopsis actorum ecclesiae Antverpiensis (Brux. 1856) 156; Otto Braunsberger, Beati Petri Canisii S.J. epistulae et acta (Friburgi 1902) III, 147, 471, 491, IV (1905), vnl. 114, 119, 583; Praefatio in Stanislai Hosii Varnomiensis Opera omnia, denuo solerti cura et diligentia D. Doctoris Henrici Dunghaei, canonici Antverpiensis, edita (Antv. 1571); St. Hosii, quae ad eum scriptae sunt epistolae II, 1003-1008, in Acta historica res gestae Poloniae (Crac. 1886-1888), t. IX.
Fruytier