verkoopen. Wel werden 15 morgen lands, wezende kwaad leen, onder Leiderdorp, door Graaf Willem V tot vrij eigen gemaakt, doch deze gunst was niet in staat de verzwakte financiëele positie van Maurijn te herstellen. Eerst 40 jaar later (in 1397) verkreeg Maurijn's gelijknamige zoon van hertog Albrecht ter zake van de diensten door zijn vader bewezen, uitgebreide leengoederen in Zeeland, deels van Jan Jan Kintsz., deels van Jan van der Wairden door afsterven aan de graaflijkheid vervallen. De vader zelf werd door Albrecht schadeloos gesteld o.a. door de benoeming tot watergraaf van de Vijf Ambachten en dijkgraaf van den Nieuwendijk op Maandag na St. Lambertusdag 1394.
Hij huwde met Lijsbeth van Voorne, dochter van Albert, ridder, erfburggraaf van Zeeland. Het huwelijksjaar zal 1347 zijn, want toen tochtte Maurijn haar aan 38 morgen lands onder zijn huis ter Does, binnen de parochie van Leiderdorp gelegen. Zij wonnen 4 kinderen, t.w. Maurijn (4) (kol. 443), Willem (1) (kol. 433); Badeloge (zie dl. III, kol. 289) en Simon, baljuw en ontvanger van de goederen der h.h. van Borselen, die zich Bertha van den Coulster IJsbrandsdr. tot gade koos en den stam voortzette.
Bewerkt naar het handschr. van Janus Dousa; Ned. Adelsb. 1913.
Regt