Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6

[Does, Dirk of Diederik van der (1)]

DOES (Dirk of Diederik van der) (1), zoon van Maurijn (1) (kol. 432) en van Florentina (?) van Mijnden. Hij, heer van het slot ter Does, koopt Dinsdags na onzer Vrouwendag in Sept. 1319 van de kinderen van Jan van Meerburch 2 morgen lands in Leiderdorp, belend ten Z. aan Hugo van Zwieten, ten N. aan Herman v. Heemstede, ten O. aan Costijn van der Does en ten W. aan Dirk zelf (zie dezen brief in Jaarb. Ned. Adel V, 28; deze 2 morgen zullen later bij zijn nakomelingen nog worden vermeld).

Dirk v.d. Does komt voor in drie verschillende verlijbrieven, van 1319, 1321 en 1322, betreffende zekere landen en woninge, mitsgaders ‘de Venne’ op de Doeswetering gelegen, door Dirk aan zijn wettige huisvrouw Joffr. Clementia van Zanthorst met bewilliging van den leenheer tot haar rechte lijftocht en duwarie gemaakt (aldus Dousa; de brief van 1322 des Vrijdags na beloken Paschen 1322, is afgedrukt in Jaarb. Ned. Adel V, 29). Dirk komt ook voor

[p. 412]

in een brief van 1326. Deze brief, o.a. bezegeld door Dirk van der Does, Jan van Zyll, ridder, en Henrik van Zanthorst, zwager van Dirk, behelst een contract tusschen graaf Willen III en Dirk Maurijnsz van der Does over de voogdij van Wouter van Mijnden's onmondige kinderen. Dirk, die Wouter zijn oom noemt, was de oudste en naaste afstammeling van Amelis van Mijnden (zie twee stukken over deze zaak bij van Mieris, Groot Ch. boek, op 15 Dec. 1326). Toen Hendrik van Zanthorst in 1327 Machteld van Outshoorn Dirksdr. huwde, was bij de huwel. voorw. (Woensdag na St. Gregoriusdag 1326 d.i. 18 Maart 1327) Dirk van der Does als borg en bloedverwant van den tamelijk berooiden bruidegom tegenwoordig. Dirk van Outshoorn neemt de schuld van 110 pond holl. tot zijn last, die zijn behuwdzoon H.v.Z. ter zake van jkvr. Clementia van Z. zijns zusters medegave aan Dirk van der Does, zijn zwager voorsz., jaarlijks gehouden was uit te reiken.

Dirk, schildknaap, zal in 1319 gehuwd zijn. Zijn vrouw, Clementia van Zanthorst, was Philips van Z.'s eenige nagelaten dochter, naast 4 zoons: Philips, Hendrik, Dirk en Simon, allen gewonnen bij Lisebeth, zooals blijkt uit een magescheid, tusschen weduwe en kinderen gepasseerd (zie v. Mieris, a.w. op 26 Dec. 1316).

Zij wonnen drie kinderen, t.w. Maurijn (2) (kol. 432), Lisebeth van der Does (in 1362 kinderloos overleden, na in 1347 te zijn gehuwd met heer Jacob van Woude Jacobsz., ridder; deze voerde het volle wapen van Velzen, in goud drie roode ruiten, tocht haar in 70 pond holl. 's jaars staande op de schote te Woude en op de tienden, zoo daar als te Warmond 1347; hij hertrouwde in 1370 en overl. in 1394), Huge van der Does, gehuwd omstr. 1345 met jkvr. N. Saeyt van der Lee(de). Hij wordt genoemd in een brief van 1346 op St. Martijnsdag in den zomer, waarbij keizerin Margaretha den baljuw van Rijnland, Gerard van Eemskerke, belast H. en zijn erfgenamen te handhaven en in 't rustig bezit te helpen houden tegen sommigen, die hem overlast willen aandoen in zekere leengoederen van voorsz. v.d.D. met rechten aanbestorven, gelegen in Warmonderambacht, geheeten ‘Scivenvene’. Dousa, aan wien wij de bijzonderheden aangaande de kinderen ontleenen, teekent bij dit laatste aan: ‘uyt zeker oud register in lombards papyre geschreven, waarin men geregistreerd vond sommige brieven die mijn Vrouwe de Keyserinne voornt besegelt heeft sedert die tijd dat de Keyserinne voorsz. uyt den Lande voer, bij Here Matthise van der Burch Rentmr. van Noord Holland’.

Zie: Janus Dousa, Genealogie van het geslacht van der Does (h.s. in het archief van het Huis Offem te Noordwijk).

Regt