[Does, Cornelis van der (2)]
DOES (Cornelis van der) (2), geb. te Gorinchem 25 Dec. 1690, overl. aldaar 6 Juni 1777; zoon van Hendrik (4) (kol. 421) en van C. van Alderwerelt. Hij was eerst luitenant-ter-zee geweest, maar had die betrekking er aan gegeven om (1724) lid van de gorinchemsche vroedschap te worden. Ofschoon hij twee oudere broeders had, was hem dit gelukt, doordat hij met de dochter van burgemeester Caspar van Hoey was gehuwd. In Januari 1726 werd hij in zijn vaders plaats benoemd tot schout van Gorinchem en landdrost van het land van Arkel en weinige maanden later, in Juli, in plaats van den overleden Johan Schilthouwer, lid van de Admiraliteit op de Maze (opnieuw 1734, 1758).
Hij was 9 Dec. 1727 met 8 anderen de oprichters van het gezelschap ‘den Negenden’, bestaande uit leden van de vroedschap en dat zich ten doel stelde ‘de behartiging van de belangen der stad Gorinchem en in 't algemeen van het Land van Arkel’. De bijzondere reden was om de verbonden leden het grootst mogelijke aandeel aan de beneficiën der regeering in stad en lande te verzekeren. Zeven jaar lang was het gezelschap ‘den Negenden’ in Gorinchem oppermachtig en verdeelde de ambten en vette posten naar eigen genoegen. Toen keerde het blaadje. 20 Febr. 1734 wisten de uitgesloten vroedschappen een nieuwe combinatie te vormen, die met elkaar ‘de Correspondentie’ onderteekenden. Bij de toen uitgeslotenen was ook Cornelis van der Does, behoorende tot de partij der van Hoey's. Wel waren voor hen de deuren van het raadhuis niet gesloten, maar niet verder geopend dan voor figuranten noodig was. Bij dit alles bleef voor v.d. Does nog ééne lichtzijde. Was hij in Januari 1726 tot schout van G. aangesteld door de Rekenkamer der Domeinen, in Maart 1728 werd deze Rekenkamer opgeheven en kwam het schoutambt ter beschikking der Staten v. Holland. Den 11en Aug. 1729 nu werd C.v.d.D. door H.E.G.M. als schout gecontinueerd ‘tot wederseggens toe’, d.i. levenslang.
Hij huwde 22 Maart 1717 te Gorinchem met Cornelia Jacoba van Hoey, geb. 16 Juli 1691, en overl. aldaar 21 Juli 1762; dochter van Caspar en van Cornelia van der Esch. Dit huwelijk was kinderloos.
Zie vooral: Th. Jorissen, Memoriën van Mr. Diderik van Bleyswijk 22 e.v.; Jaarb. Ned. Adel V, 59, 60.
Regt