[Croocq, Michiel]
CROOCQ (Michiel), geb. te Luik, datum onbekend, terechtgesteld te Schagen 10 Febr. 1574.
Croocq wordt 5 Febr. 1567 te Brussel gedagvaard om voor Alva of den Raad van Beroerten te verschijnen; in 1568 wordt hij uit Gent verbannen. Van 1569 tot 71 behoorde hij tot de buitengewone bedeelden der diaconie van de Geref. Gemeente te Emden. In Juli 1571 is Croocq met den graaf van der Marck in Emden, maar ze werden weldra uitgewezen. Aug. 1571 is Croocq in Engeland op de vloot der Watergeuzen, hij is de beul en zeer wreed, een hevige vijand der geestelijkheid en een woeste plunderaar van vriend en vijand. 1 April 1572 is hij bij de inneming van den Briel. Hij werd tot kapitein van een vendel soldaten benoemd, en was hiermede in Nov. 1572 voor Amsterdam, toen de graaf van der Marck deze stad belegerde. Hier verliet Croocq zijn post en vluchtte voor de Spanjaarden. In 1573 diende hij onder Sonoy in Noord-Holland, en maakte zich herhaaldelijk schuldig aan wangedrag; na een moord op een priester werd hij door Sonoy ter verantwoording geroepen en door den krijgsraad ter dood veroordeeld. 10 Febr. 1574 werd Croocq te Schagen onthoofd.
Zie over hem: Memorieboek der stad Gent II, 359; Altmeyer, Gueux de Mer, 142; van Groningen, Gesch. der Watergeuzen, 191; Comm. Roy. d'Histoire, 3e Serie, VIII, 327; J.J. van Toorenenbergen, Diaconie der Vreemdelingen in Emden in Werken Marnix Vereen. I, deel II (1878), 78.
Vogels