[Craendonk, Marcelius de of van]
CRAENDONK (Marcelius de of van) ook Craenendonk, priester, geb. te Tongelre bij Eindhoven, overl. 14 of 15 Nov. 1574 te Leuven, waar hij zijne studiën had voltooid en den graad van baccalaureus in de godgeleerdheid had behaald. Bij de promotie der filosofie in 1516 had hij als student van de Valk de 12e plaats behaald (niet de zesde, zooals bij vergissing in Anal. II, 251, wordt vermeld). Hij werd kapelaan der St. Pieterskerk aldaar en kanunnik der St. Jacobskerk. Bij testament, gemaakt 1571, stichtte hij in zijn huis een college voor vier studenten, beurzisten, een president en een dienstmeid. De vier gestichte beurzen moesten bij voorkeur gegeven worden aan zijne bloedverwanten, daarna aan studenten uit Tongelre of Diessen (niet Diest zooals bij Coppens, N. beschr. bisdom den Bosch I, 378) en eindelijk aan die van Leuven; in 1880 bracht de beurzenstichting van Craendonk nog 325 franc op.
De stichter werd begraven in de St.Jacobskerk voor het altaar aan den patroon der kerk toegewijd. Zijn eenvoudig grafschrift wordt vermeld in de Analectes.
Zie: Val. Andreas, Fasti academici (Lov. 1650) 315; Analectes hist. eccl. Belg. XVIII (1882), 264-279; Handboekje voor zaken R.K. eeredienst XXVI (1872), 351.
Fruytier