Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6
(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 317]
| |
minga en Helena Ripperda, zij was wed. van Claes Cater) en 3e met Bate Ulgers. Dirk Coenders woonde te Helpman, en was een groot voorstander van de Hervorming; hij gaf op zijn kasteel aldaar aan de Hervormden gelegenheid om hun godsdienst uit te oefenen. In 1566 en 1567 was hij in Groningen lid van het consistorie, en had in deze stad ook deelgenomen aan den beeldenstorm. In 1567 moest Coenders vluchten, en ging naar Oostfriesland. 26 Jan. 1570 werd hij door Alva verbannen met verbeurdverklaring zijner goederen; hij had zich toen reeds bij de Watergeuzen aangesloten. In Dec. 1570 werd hij door graaf Edzard in Emden aangehouden maar was spoedig weer in vrijheid gesteld. In 1576 komt Coenders, na de Pacificatie, weer in het land terug en wordt weer in het bezit zijner goederen gesteld; hij ontbood weer predikanten op zijn kasteel en liet hen godsdienstoefeningen leiden. In Maart 1580 bij het verraad van Rennenberg moest Coenders weer vluchten, en trok met zijn vrouw en kinderen naar Leer, waar hij overleed. Zie: de Gids, 1842, 152-155; Marcus, Sententiën, 214; Brucherus, Gedenkboek van Stad en Lande, 18; de Haan Hettema, Stamboek Friesche Adel, I, 163; Westendorp, Hervorming in Groningen, 35, 36, 440. Vogels |
|