dochters en een zoon, aangeduid met de beginletters Ge, Le, Ja, Cl, Sy, Ma, Fr. en Ro (dit is de zoon die Rommert heette naar zijn vaders vader, no. 118), Hujch Lenaerts (no. 309, 311). In een ‘nota’ onder no. 379 vertaalt hij zijn eigen naam in het latijn: Leonardus Campanae; zijn spreuk was ‘Volherdende verwintmen’. Onder no. 421 vindt men de dateering: Schoonhoven 5 Julij 1616, waar Clock toen blijkbaar verbleef; de voorrede van zijn Kleyn liedeboecxken is onderteekend Schoonhoven 28 April 1616.
Clock's naam is vooral verbonden aan zijn geestelijke liederen, die langen tijd in gebruik zijn gebleven. Daarvan zijn de volgende uitgaven bekend: Vierentwintig schriftuerticke liedekens (Amsterdam 1589); Vyftien schriftuerlycke Liedekens (Amsterdam 1590); Veelderhande Schriftuerlijcke Nieuwe Liedekens .... bij malcanderen vergadert door L.K. (Utrecht 1593); hetzelfde (z.p. 1598); Het Groote Liedeboeck van L.C. inhoud. veelderh. schrift. tied..... mitsg. het tweede Liedeboecxken, ghenaemt een Hell Cymbaelken des juychens (Haerlem 1604); Kleyn liedeboecxken, vervatende sommighe voornaemste Geestelycke liedekens, gebeden ende lofsangen .... (Haerlem 1625); de meest bekende en uitgebreidste verzameling verscheen in hetzelfde jaar 1625 te Leeuwarden onder den titel Het groote Liede- Boeck van L.C. enz. Waer by nu nieuws ghecomen is het derde Liedeboecxken [of] nieuwe Hell cymbaelken .... Mitsgaders noch ses uyt het cleyn Liedt- Boeck van L.C. Item veerthien van andere verscheydene personen, enz.
Verscheidene van zijn liederen werden vertaald en vonden een plaats in duitsche en zwitsersche doopsgezinde liedboeken (vgl. Doopsgez. Bijdr. 1868, blz. 11 en Wolkan, a.w.).
Over Clock's leven zie vooral: J.S.S. Ballot, Hans de Ries in Doopsgez. Bijdr. 1864; K. Sybrandi, Toevoegsel enz. (waarin de reeds genoemde Gedachtenisse voor de nacomers) in Doopsgez. Bijdr. 1865, 14 v.; vgl. voorts het Register op deze reeks; ook S. Blaupot ten Cate, Gesch. d. Doopsgez. in Holland enz. (1847) I, 321, 323, II 210. Over het liedboek en de daarin te vinden eigennamen: Th.J.I. Arnold, Het ‘Groote Liede-boeck’ van L(enaert) C(lock) in Bibliographische Adversaria II (1874-75); Rud. Wolkan, Die Lieder der Wiedertäufer (Berlin 1903) blz. 113 v., 155 v.; Scheurleer, Nederlandsche liedboeken (1912) 24 v.
Kossmann