[Bye, Marcus de]
BYE (Marcus de), genaamd Jonkheer, schilder en etser, geb. in 1649 en gest. na 1688, leerling van Jac. v.d. Does. In 1665 maakte hij in den Haag als kapitein-luitenant in dienst van den generalen staf zijn testament. Hij etste naar P. Potter's dierstudies, maar ook naar eigen vinding, tijgers, leeuwen enz. Een groot deel der platen bestaat nog en waren het laatst bij weduwe Jean in Parijs, die ze van P. Schenk Jr. had. In Mainz bevindt zich een voorstelling van dieren in het Paradijs, get. M. de Bie.
Zie: A. Bredius in Oud-Holland VIII, 1890, 219; Fr. D.O. Obreen, Archief voor Nederl. Kunstgeschiedenis IV, 101, 148, V, 132, 295; Bartsch, Peintre graveur 1832, I, 73-97; R. Weigel, suppl. Bartsch 8-13; J.C. Weyerman, De Levensbeschr. der nederl. Konstschilders etc.; 's Grav. 1729. IV, 45; J.v. Gool, de nieuwe Schouburg der Nederlantsche Kunstschilders en schilderessen I, 67; C. Kramm, De Levens en werken der holl. en vl. schilders etc. Amst. 1857-1864 I, 73-97; Ch. Blanc, Manuel de l'amateur d'estampes etc. Paris 1854-