[Buyck, Joost Sijbrandtsz.]
BUYCK (Joost Sijbrandtsz.), geb. te Amsterdam 1505, overl. te Leiden 10 Febr. 1588 en begr. in de N. Kerk te Amsterdam, zoon van Sijbrant Sijbrantsz. Buyck uit zijn 2e huwelijk met Ael Jacob Meystersd. Hij trouwt vóór 1530 met Ballichje Occo (dochter van Pompejus O. en Gerbrich Claes Jacob Maertgensdr., geb. 13 Sept. 1510 en overl. 21 Mei 1575). Buyck is in 1521 in den adelstand verheven door koning Christiaan van Denemarken. In 1532 verkozen tot schepen van Amsterdam, klom hij in 1549 op tot het burgemeesterschap, dat hij achttien maal heeft bekleed. In hetzelfde jaar neemt hij den jongen koning van Spanje, als graaf van Holland, den eed af. Achtereenvolgens bekleedde hij stedelijke waardigheden, en reisde in 1559 met Canter en Sandelijn naar Brussel om den Koning een bede van 300000 gulden toe te staan. Buyck is bekend als de laatste burgemeester van Amsterdam vóór de ‘alteratie’, 26 Mei 1578, toen hij met de andere regeeringspersonen uit de stad werd gezet. Hij was een der krachtige figuren, die Amsterdam het langst hebben verdedigd tegen de Hervorming en den afval van den koning van Spanje. Zijn houding is even krachtig verdedigd door D.C. Meijer Jr. (Gids 1878) als afgekeurd o.a. door J. ter Gouw (Geschiedenis van Amsterdam, dl. VII). B.J.M. de Bont stelt hem voor als held voor zijn geloof en zijn vaderstad.
Portretten: twee bij baron Heeneman van Zuijdwijk op kasteel Surenburg bij Rheine, voorts in Museum Boymans en Gemeentearchief Amsterdam; prenten door Joan Muller en J. Houbraken.
Zie, behalve het genoemde werk van ter Gouw ook diens: Nacht en Morgenrood (Amst. 1877); voorts D.C. Meijer Jr., De zegepraal der Hervorming te Amsterdam (in Gids 1878); A. de Roever, Genealogie Buyck in Amsterd. Jaarboekje 1888; B.J.M. de Bont, Genealogische en biographische mededeelingen over de voorouders en afstammelingen van Joost Buyck Sybrantsz. Ridder (Amsterd. 1902) bl. 20 volgg.
Sterck