maakte een einde aan de schitterende toekomst van den professor, die zooveel beloofde. Hij werd gevangen gezet als gijzelaar op de Halsche poort te Brussel en bedreigd met overbrenging naar Frankrijk. In 1797, na den ondergang der universiteit, vestigde hij zich als geneesheer te Leuven en had spoedig een groote praktijk. Zijn vrijen tijd besteedde hij aan de wetenschap en het schrijven van enkele werken.
In 1814 teekende hij met de overige professoren der Alma Mater de akte, waarbij zij last gaven aan de doctoren van de Velde en van Oudenrode de noodige stappen te doen, om van koning Willem het herstel der universiteit te verkrijgen. Zooveel in zijn vermogen was steunde hij hunne pogingen. Toen een nieuwe academische stichting in 1816 te Leuven werd ingericht, werd Busen tot zijn smart bij de aanstelling der professoren voorbijgegaan. Hij was te katholiek en te zeer voor zijne overtuiging uitgekomen. Hij overleed hoog bejaard, 84 jaar, en had nog tot het laatste toe zijne verstandelijke vermogens helder bewaard. Met hem verdween een der laatste professoren der oude Alma Mater. Hij was gehuwd met Maria Elisabeth Belfroid. In Schijndel werden hem vijf kinderen geboren, waarvan twee zijner zoons, jonge priesters, Petrus, geb. te Schijndel 4 Dec. 1785 en Franciscus 17 Nov. 1787, in 1813 gevallen zijn als slachtoffers van hun ijver in het verzorgen der soldaten in de besmette gasthuizen in Vlaanderen. Een derde zoon, de oudste, Gerard Servatius, die de militaire loopbaan volgde, wordt hieronder vermeld. Het herstel der universiteit te Leuven 1 December 1835 vervulde de laatste wenschen van den ouden professor Busen. Door de Hollandsche maatschappij van wetenschappen te Haarlem werd een zijner verhandelingen bekroond in 1791; het was een antwoord op de vraag: Is het heulsap in den persloop uit besmetting niet alleenlijk een hulpmiddel ter verzagting en stilling van toevallen, mitsgaders ter voorkoming van dezelver ge volgen enz.
In 1809 gaf G. Busen uit: Tractatus de Dysenterriae popularis pathologia et medicina genuinis, habita multigenae complicationis ratione (Lov. 1809 in-12o).
Zijn geschilderd portret, dat in de universiteit te Leuven prijkte en door zijne familie geschonken was, is in 1914 vernield bij den brand der universiteit.
Zie zijn levensbeschrijving in Annuaire de l'université cath. de Louvain 1843, 162-168; Biogr. Nat. Belg. III, 149-151; Annuaire de l'université cath. de Louvain 1838, 199; A. Verhagen, Les 50 dernières années de l'ancienne université de Louvain (Liège 1884), 184, 441, 442.
Fruytier