1718, werd aan zijn vader in 1721 als adjunct predikant toegevoegd en volgde dezen in 1726 op; later bediende hij de gemeente Grave van 1735 tot zijn emeritaat 1774; zijn afscheid 14 April is vermeld in den Boekzaal 1774, I, 590. Onder de kinderen van Wilhelmus (geh. 1739 met Anna Antonia van Broekhuijsen) zijn te noemen Isaac (geb. 1742 te Grave, theol. stud. te Leiden 14 Sept. 1761, predikant 1766 te Ravestein, 1770 te Osch, overl. ald. 10 Juli 1813) en Petrus (geb. 1743 te Grave, tegelijk met zijn broeder te Leiden als theol. stud. ingeschreven, 1769 predikant te Bladel).
Een jongere zoon van Petrus (1), Godefridus Clemens (geb. te Ravestein 1703, overl. ongeh. ald. 1756) werd ingeschr. als theol. stud. te Leiden 22 Sept. 1725, adjunct predikant te Loemel 1731 en beroepen te Ravestein 1735.
Zie: Boekzaal der geleerde Waerelt XXXV (1733, I), 356; Alb. Stud. Acad. Rheno-Traject. 60; Album Stud. Acad. Lugd. Bat. 859, 900, 1072; Genealogie v.h. gesl. Buschman, 2 v.
Kossmann