[Buschman, Meinardus Joachim]
BUSCHMAN (Meinardus Joachim), geb. te Elburg 13 Maart 1740 als 4e kind van Ds. Jacobus Buschman (zie hiervoor) en Arnolda Wobbina Wolfsen, werd in 1757 ingeschreven als student aan de Universiteit te Utrecht en promoveerde daar 9 Oct. 1758 op Theses juridicae de malitiosa desertione a causis divortii exulante; hij was later praktiseerend advokaat voor den hove van Gelderland en gevestigd te Kampen. Hij trad 16 Dec. 1762 in het huwelijk met Johanna Christina Sels (geb. te Wageningen 4 Nov. 1737, dochter van den schout bij nacht Joost Sels en Catharina Vlaming, welke beide door Katharina Hendrika Buschman bezongen werden en wier zoon Maurits gehuwd was met Albertina Maria Buschman, vgl. het art. Jacobus B.). Uit dit huwelijk sproten elf kinderen, waaronder de zoons Jacob Pieter B., geb. 4 Dec. 1773 te Kampen, gesneuveld 10 Sept. 1799 bij Krabbendam tegen de Engelschen als 2e luitenant in het bataafsche leger, en Joost B., geb. 9 April 1775 te Kampen, gekwetst in hetzelfde gevecht, 1801 als 1e luitenant genoemd, later gehuwd met Janna Maria Leemans (geb. te Heusden 30 Maart 1781), bij wie hij vijf kinderen had.
Zie: Album Stud. Acad. Rheno-Traject. 155; Genealogie v.h. gesl. Buschman, 10 v.; J. Bosscha, Neêrlands heldendaden te land, III, 193, 195.
Kossmann