en Warmond en ontving hier 20 Dec. 1834 het sub-diaconaat; 13 Maart 1835 werd hij te Oegstgeest diaken gewijd. 19 Sept 1835 door Mgr. C.L. de Wijkerslooth te Zwolle priester gewijd, werd hij in hetzelfde jaar benoemd tot kapelaan te Duiven, waar hij van 1843-46 tevens het deservitorschap waarnam. 7 Aug. 1846 volgde hij J.A. Godschalk op als pastoor te Pannerden; vandaar vertrok hij 19 Dec. 1848 naar de St. Walburgis te Arnhem als opvolger van Mgr. Willemsen. In Aug. 1853 werd hij deken van het dekenaat Arnhem, in 1858 kanunnik van het Metropolitaan Kapittel en 5 Dec. 1862 op verzoek van Mgr. J. Zwijsen door Paus Pius IX benoemd tot Geheim Kamerheer.
Het ambt van hoogleeraar aan de universiteit van Leuven, dat hem, nog pastoor te Pannerden, werd aangeboden, wees hij van de hand.
Mgr. Theodorus Brouwer was een merkwaardige persoonlijkheid, met groote gaven van geest en hart, bij Roomschen en andersdenkenden gevierd en bemind. Daartoe droeg niet weinig bij zijn kloek en mannelijk optreden, eenige maanden na zijn komst te Arnhem, tijdens de cholera-epidemie in 1849. Hij was werkzaam als weinigen. Daarvan getuigen: de verbouwing en versiering van de St. Walburgiskerk in 1853 en volgende jaren, de stichting van de Sociëteit St. Jan in 1853 (1903 opgeheven), van de St. Eusebiusparochie in 1858, van het tegenwoordige weeshuis Insula Dei in 1863, de krachtige stuw bij de oprichting van het St. Walburgishofje in 1873, de voorbereiding van een derde parochie in Arnhem (de St. Martinus van 1875).
Meer bekend bleef ‘deken’ Brouwer als redenaar van buitengewone gaven en als schrijver. Zijn redenaarstalent toonde hij voornamelijk bij zijn predikaties en onderrichtingen in de St. Walburgis en in de toenmalige bijkerk aan de Varkensstraat. Hij sprak o.a. een rede uit bij de eerste plechtige H. Mis van Dr. H. Schaepman Aug. 1867 in de St. Walburg te Arnhem, bij het bezoek aan Arnhem van koning Willem III in October 1870, op prins Frederik der Nederlanden, bij de begrafenis van Mgr. Willemsen in Aug. 1871. In een rede, Jan. 1894 door Schaepman gehouden in de Sociëteit St. Jan te Arnhem, getuigde deze: ‘een redenaar, die wanneer ik voor het wiemelend en woelig heden de oogen sluit, de verrukking is van mijn geest, die de scharen bekoorde in den echten zin des woords.’ Een flauw beeld daarvan geven de redevoeringen, door Mgr. Brouwer in druk gegeven: Leerrede bij de inwijding der St. Werenfriduskerk te Westervoort (Arnhem 1842); Feestrede ter gelegenheid der plechtige inwijding van de Kapel van Insula Dei (Arnhem 1863); Over het Gezag der Kerk, leerrede, uitgesproken bij de sluiting van het Provinciaal Concilie, gehouden te 's Hertogenbosch van 24 Sept. tot 5 Oct. 1865 (St. Michiels-Gestel 1865). Met het oog op de historische ontwikkeling der Katholieken en der Katholieke kerk in Nederland, ligt er in Brouwer's optreden als schrijver hoofdzakelijk een apologetische strekking. Achtereenvolgens gaf hij uit: De Symboliek, of Verklaring der leerstellige strijdpunten tusschen Catholijken en Protestanten, volgens derzelver openbare symb. geschriften door Dr. J.A. Möhler, uit het Hoogduitsch vertaald, naar de vierde verbeterde uitgaaf, 2 dln. (Rotterdam 1839); De Vraag: Zijn de zoogen. Broederschappen wel geschikt voor onze verlichte dagen? beantwoord (Arnhem 1841); Woorden van Jesus
Christus tot het hart des jongelings, vrij bewerkt naar het Hoogduitsch (Deventer 1842); Het oude spook; in onze dagen op nieuw vertoond door J. Ellendorf in zijn geschrift: Is