dichter zelf zijn); van de andere uitgaven zijn geen exemplaren bekend. Beide bundels hebben lofdichten van bekende mannen uit den kring van Karel van Mander, zooals Jacob van der Schuere, Maerten Beheyt, Pieter Vergeelszeune.
De Brauwer teekende met de spreuk: Schickt u naer den tijdt, doch daarnaast ook: Wie soect die vindt. In het Otterken, dat niet uitsluitend geestelijke liederen bevat (vandaar de titel, aangezien een otter ‘visch noch vleesch’ is), komen ook een aantal refereynen van hem voor.
In het opwindende jaar 1618 verwekte hij ergernis door zijn Eenvuldighe waerschouwinghe aen de gevluchte vreemdelingen, haer radende hunne Magistraten (die haer ontfangen ende beschermt hebben) te gehoorsamen .... een refereyn, waarin hij het voorstelde of de calvinisten slechts vlaamsche en brabantsche vluchtelingen waren, die hier te lande tot welstand gekomen, thans oproerig werden. Als antwoord hierop verschenen: Het Loon van den Brouwer.... enz., waarin gezegd wordt (blz. 2) dat men van hem niet verwacht had, dat hij ‘nu in zijn ouderdom’ zulk een lasteraar en leugenaar zou worden, en: Vreughden-Ghesanck over de schoone veranderinghen in 't vrye Nederlandt.... enz. Amstelredam 1618, waarachter een ‘Antwoort, Refereyn en Ghedicht, op het schandich, leughenachtich, fameus libel’ van de Brauwer.
Vergelijk: Naamlyst der Doopsgez. schryveren [door M. Schagen], Amst. 1745, blz. 17; Tiele 's Pamfletcatal. nr. 1550 en 1551; Meulman's Pamfletcatal. nr. 1605; Scheurleer, Nederl. Liedboeken, 1912, blz. 34.
Kossmann