ten den dienst waarnam. In de Groote Vergadering van 14 Mei 1680 was Brandt als predikant van Warmond aanwezig. In 1682 schijnt zijn gezondheid zooveel te zijn verbeterd, dat hij een beroep naar Alkmaar aanvaardde. Van hier werd hij 2 Sept. 1683 beroepen door de gemeente te Rotterdam. Lang is hij evenwel hier niet gebleven. Nadat hij tweemaal voor dat beroep had bedankt, nam hij 1 Sept. 1686 het predikambt te Amsterdam aan en werd hier de opvolger van zijn vader. Hij huwde 11 Augustus 1680 Sara Zwaardekroon, die 23 Juli 1688 stierf; daarna hertrouwde hij in 1689 met Leonora Tongerloo, die hem reeds 9 December van dat jaar ontviel; eindelijk huwde hij 5 Maart 1691 met Agatha Taats, die hem overleefde. Caspar Brandt had van zijn vader de liefde voor historisch onderzoek geërfd. Het voornaamste resultaat daarvan was zijn Historie van het leven van Huig de Groot, dat hij echter niet heeft kunnen voltooien. Het boek werd voleindigd door den remonstrantschen hoogleeraar Adriaan van Cattenburch en verscheen te Dordrecht 1727, fol., 2e dr. Dordrecht 1732, fol. Het is nog altijd de grondslag voor iedere studie van het leven van de Groot.
Zijn portret werd gegraveerd door J. Houbraken en door P. van Gunst, beide naar M. van Musscher; zijn door een onbekend kunstenaar geschilderd portret is in de remonstrantsche kerk te Amsterdam (ten onrechte aangeduid als portret van Gerard Brandt Sr.), geschilderd door J.M. Quinkhard, misschien in het Panpoeticon Batavum.
Zie: te Winkel, Ontwikkelingsgang der Ned. letterk. II, 563; Kalff, Gesch. der Ned. Letterk. IV, 568, 570; Tideman, De Rem. Broederschap, 48, 54, 110, 146, 256 vlg., 279, 283, 293, 295, 299, 301, 448.
Brugmans