[Boesdonk, Cornelius]
BOESDONK (Cornelius), of van Boesdonck, geb. te 's Hertogenbosch 14 Mei 1594, overl. te Brussel 22 Juni 1650, was in de orde der Norbertijnen getreden in de abdij Postel 3 Juli 1616. Na zijne priesterwijding 1618 bekleedde hij in het klooster de ambten van circator, provisor en was daarna 1633-36 pastoor te Arendonk. 11 Juli 1636 werd hij in het Norbertijner college te Leuven tot abt gekozen. Deze keuze werd goedgekeurd door de aartshertogin en ook door de Staten-Generaal 10 Oct. 1636. De abt beleefde zeer woelige tijden en moest reeds 1637 met zijn kloosterlingen vluchten. Daar vele eigendommen der abdij op staatsch gebied gelegen waren en men zelfs beweerde, dat de abdij tot dat gebied behoorde, moest de abt meermalen de reis naar den Haag tot regeling der zaken ondernemen. Op een dezer reizen 1641 had hij op het fort te Crevecoeur zeer veel moeite om vrij te mogen vertrekken. Het portret van dezen abt ontbreekt in de verzameling van abtsportretten te Postel. Men bewaart nog van abt Boesdonk een schoonen gedreven abtsstaf en een zeventig folianten, gebonden in prachtig leeren banden met zijn wapen versierd. Bij den vrede van Munster begon voor de abdij Postel een onafzienbare reeks rechtsgedingen. Omdat de Staten beweerden, dat Postel onder de Meierij van den Bosch behoorde, werden al hare goederen in Noorbrabant aangeslagen. Agenten en afgevaardigden werden naar den Haag gezonden, die niets teweegbrachten, dan dat de verkooping opgeschort werd. Eerst anderhalve eeuw na den dood van den abt werd het geschil over Postels ligging bij verdrag beslist, 8 Nov. 1787.
Zie: Th. Welvaarts, Gesch. der Abdij Postel (1878), 305-308; De Katholiek LXXXVI (1884), 245-278.
Fruytier