[Blyoul, Hieronymus du]
BLYOUL (Hieronymus du) of du Blioul, priester, geb. te Brussel omstreeks 1510, overl. te Breda 22 April 1556, was de zoon van Laurentius, zeer in aanzien aan het Hof, en exlegaat naar den koning van Engeland. Hij studeerde te Leuven aan de universiteit en behaalde bij de promotie der filosofie 1531 de 14e plaats van 103 (Analectes Hist. eccl. Belg. II, 300). Hij studeerde te Leuven ook in de rechten en de godgeleerdheid en bezocht daarna met zijn leermeester, Gabriel van der Muyden van Brecht, verschillende universiteiten van Frankrijk. Beiden behaalden 26 Mei 1539 het doctoraat in de beide rechten te Leuven, hetgeen de vader van Hieronymus bekostigde. Tweemaal stond Hieronymus als rector magnificus aan het hoofd der universiteit, Aug. 1539 en 1543. Hij genoot een kanunnikdij in de St. Pieterskerk te Leuven en staat in de lijsten der dekens van het kapittel van Breda als opvolger van Wilh. de Gaelen (overl. Aug. 1539). De eerste jaren van zijn dekenschap heeft hij dus niet te Breda geresideerd maar is te Leuven gebleven. 24 Juli 1550 deed hij krachtens bullen van Paus Jules II met den deken van St. Pieter de visitatie van het kapittel te Hilvarenbeek. In Breda woonde hij in de St. Janstraat, in een huis ‘Occrum’ geheeten, dat hij bij testament aan de stad vermaakte, die het 1613 verkocht en de gelden aan het armbestuur en het weeshuis schonk.
Krüger noemt zijn vader verkeerd Ludovicus, heer van Sart. De deken had op den feestdag van St. Hieronymus, die hij bijzonder wilde gevierd hebben, een legaat gesteld om uitgedeeld te worden aan de kapittelheeren.
Zie: Val. Andreas, Fasti academici (Lov. 1650) 187; Krüger, Gesch. Bisd. Breda III, 246; Hoynck van Papendrecht, Analecta Belg. III, p. I, 360, 437; Schutjes, Gesch. Bisdom den Bosch IV, 607. Taxandria XVII (1910), 144; Annuaire Univ. Louv. (1844) 170.
Fruytier