[Blehaing, Nicolaas de]
BLEHAING (Nicolaas de) of de Blehen, behoorde tot een aanzienlijke adellijke familie in Namen, overleed als abt van Floreffe aldaar 11 Jan. 1443. Wanneer hij in de Norbertijner abdij Floreffe was getreden, wordt niet vermeld. In 1389 was hij pastoor te Laagmierde (N. Br.) en tevens provisor van het klooster Postel, toen ter tijd geen zelfstandige abdij, doch een afhankelijk prioraat van Floreffe. 1400-05 was hij afwezig van zijne parochie. In 1413 werd hij tot abt gekozen en ontving 22 Maart van dat jaar de bul van bevestiging van Paus Johannes XXIII. Abt Nicolaus was een bekwaam redenaar en een geleerd man. Hij oefende door zijne zachtheid een onweerstaanbaren invloed uit op zijn omgeving. Zeven jaar lang verleende hij gastvrijheid aan den abt van Premontré, om de onlusten in Frankrijk uit zijne abdij verdreven. In 1430 gedurende den oorlog met Luik en Namen had Floreffe veel te lijden. De abt met zijn convent moest een toevluchtsoord zoeken in Luxemburg in de abdijen St. Hubert O.S.B. en Orval O. Cist. Abt Nicolaas Blehen deed afstand van het bestuur in 1434 en leefde nog 9 jaar in stille afzondering in de abdij. Hugo, Annales Praem. I, 89, en na hem Schutjes plaatsen verkeerd het jaar 1436 als datum van afstand. Gallia Christ. III, 613, Fisen en Grammay stellen verkeerd den datum van zijn overlijden op 1431.
Zie: Schutjes, Gesch. Bisdom den Bosch IV, 672; Barbier, Histoire de l' Abbaye de Floreffe (Nam. 1892, 1 ed.) I, 224-230; Analectes hist. eccl. Belg. VIII, 431, XIII, 20; Bijdragen Brabant V (1906), 445; Taxandria XXVIII (1921), 120; Berlière, Monasticon Belge I, 120.
Fruytier