[Beaufort, Louis de]
BEAUFORT (Louis de), geb. te 's Gravenhage 6 Oct. 1703, ged. N.kerk aldaar 14 Oct., overl. te Maastricht 17 Aug. 1795; zoon van François, cavalerie-officier in hollandschen dienst, en van Louise Marie Brazi. Hij genoot een goede opvoeding. Volgens de engelsche genealogie der familie B. was hij gouverneur van den prins van Hessen-Homburg. Dit heeft óók Frederiks en v.d. Branden, Biogr. Wdb., maar latere onderzoekers hebben dit niet bevestigd gevonden. Wel werd hij 6 Mei 1750 met en als gouverneur van Sigismund Vincent Louis Gustave comte de Hompesch-Heiden, Reinhardus Adrianus Carolus Guilielmus baro de Heiden en Johannes Hermannus Sigismundus baro de Nagel, als student te Straatsburg ingeschreven. Louis de Beaufort was een goed historicus, die alleen in het Fransch schreef; de Koninkl. Iersche Academie bood hem in 1786 haar lidmaatschap aan. In April 1775 huwde hij met Jeanne Françoise du Cailar, ged. N.kerk te Delft 10 Juni 1714, overl. te Maastricht (waar het echtpaar zich na het huwelijk had gevestigd) en er begr. 24 Jan. 1777, dochter van Henri en van Jeanne Rouquet.
L. de B. schreef: Dissertation sur l'incertitude des cinq premiers siècles de l'histoire Romaine (Utr. 1738, 2e ed. Utr. 1752, 2 dln.; de 1e dr. verscheen anoniem); Histoire de César Germanicus (Leiden 1741); La République Romaine ('s Grav. 1766; meermalen ook buitenslands herdrukt).
Zie: Adelsarchief, 1902, bl. 205, 206; Frederiks en v.d. Branden, Biogr. Wdb. Ned. Letterkunde; W.M. de Beaufort, The familie of de Beaufort in France, Holland, Germany and England (Londen 1886); Wapenheraut 1902, 123 (Ned. studenten te Straatsburg).
Regt