[Zijnen, Dr. Frederik Pieter Jacob Sibmacher]
ZIJNEN (Dr. Frederik Pieter Jacob Sibmacher), geb. te Zalt Bommel 30 Nov. 1826, overl. te Middelburg 1895. Hij stamt uit een geslacht, dat opklimt tot een spaanschen wever, Suoz, die in de 16de eeuw naar deze landen kwam en wiens naam dan in Zijnen moet veranderd zijn. De zinspreuk ‘God zorgt voor de zijnen’ heeft daarop misschien invloed geoefend, is in elk geval door sommigen van het geslacht aangenomen. De vader van Frederik was Jan Adriaan, geb. te Philippine 1780, overleden te Utrecht 1846, de moeder Margaretha Jacoba Sibmacher, geb. te Nieuw-Loosdrecht 1786, overleden te Middelburg 1860, wier naam de zoon bij den zijnen voegen zou. Hij ging op de latijnsche school te Zalt-Bommel onder rector dr. D.C. Pleyte, kwam 1844 naar Utrecht en promoveerde daar 12 Dec. 1850 tot doctor in de letteren op Specimen historicum quo Plutarchi de nonnullis Chrysippi placitis judicium examinatur, 25 Maart 1852 tot doctor in de godgeleerdheid op Specimen quo Anselmi et Calvini placita de hominum per Christum a peccato redemptione inter se conferuntur. 5 Mei van dat jaar volgde zijn proponentsexamen, November deed hij intrede te Delden. Van daar naar Middelburg beroepen, deed hij daar 26 Oct. 1856 intrede. Zijn ambtgenoot E.J.W. Koch, 1860 beroepen en 1885 emeritus, was de laatste vrijzinnige predikant in de hervormde gemeente te Middelburg (tot dr. J.P. Cannegieter): door de invoering van het algemeen stemrecht kwamen ook daar de rechtzinnigen op het kussen (J.P. Nonhebel, beroepen 1862) en sinds 1885 stond Sibmacher Zijnen derhalve alleen als leider der vrijzinnige groep. Met grooten ijver heeft hij (vaak in onverkwikkelijken strijd) hare belangen gediend en ook door zijne pen de vrijzinnige denkbeelden verspreid.
Hij was ook de stichter van de vereeniging ‘Evangelische vooruitgang’ en heeft in 1881 zijn vijfentwintigjarigen, in 1892 zijn veertigjarigen dienst herdacht. Nog was hij curator van het gymnasium, lid der schoolcommissie, voorzitter van het Zeeuwsch genootschap, in welke laatste waardigheid hij het nieuwe gebouw in de Wagenaarstraat inwijdde, Dec. 1888.
Hij huwde met 1o. Josina Cornelia Johanna Christina Roldanus te Schoonhoven, Nov. 1852, geb. 1823, overl. 1863 en 2o. Maria Frederika Anna Clasina Borsius te Middelburg, April 1866, geb. 1833, overl. 1869.
Zie: F. Nagtglas, Levenberichten van Zeeuwen, II 1024 vlgg. die ook eene lijst geeft zijner geschriften, aan te vullen naar J. Herderscheê De modern-godsd. richting in Nederl. 1905, 369 vlg.; Caland in Navorscher 1905, 231 over het geslacht Zijnen.
L. Knappert